Dat twee prominente journalisten – na Jan Meeus nu Jan Blokker – van de Volkskrant naar NRC Handelsblad overstappen, is geen toevallige samenloop van omstandigheden maar laat zien dat er een kloof tussen de twee kranten is gegroeid die menig Volkskrant-journalist aan het denken (en in sommige gevallen: kiezen) zet.
Lange tijd konden Volkskrant-redacteuren zich troosten met het idee dat de collega’s in Rotterdam weliswaar geborneerd genoeg waren om hun produkt “kwaliteitskrant” te noemen maar dat zij er zelf in stilte óók een maakten. Die gedachte valt niet meer vol te houden. Op deze markt-in-crisis hebben de kranten zich wezenlijk verschillend gepositioneeerd. NRC Handelsblad vervolgt haar koers van onderzoek en diepgang, hier en daar wat lucht en (modieus geachte) multimediale toeters en bellen toevoegend. De Volkskrant volgt het omgekeerde procédé. Niet alleen werd naast het robuuste “M” van NRC Handelsblad een vederlicht Volkskrant magazine geparachuteerd, er is en wordt ook veel energie in vorm-gedreven crossmediale vernieuwing gestoken. Ook is bij de Volkskrant een te grote afhankelijkheid van het ANP-nieuws en, mede daardoor, luiheid in eigen nieuwsgaring ontstaan.
De gehele Volkskrant als “oppervlakkig” wegzetten zou de kwaliteit van veel individuele bijdragen miskennen. Het gaat me om het accent waarmee de krant zich profileert, en daarin wint vorm het vaak van inhoud. Voorzover er binnen en buiten de redactie nog aan dat accent getwijfeld kon werden, werd die weggenomen toen de hoofdredactie zelf de publiciteit zocht met de ook in boekvorm uitgebrachte “Bernhard-interviews” – vraaggesprekken waarin de ijdelheid van de auteurs en de prins het ruimschoots won van journalistieke waarheidsvinding.Welk signaal werd daarmee aan de eigen redactie afgegeven?
Leuk om hersenen te laten kraken
Wie de oplage-ontwikkeling bekijkt, ziet dat de Volkskrant in zes jaar tijd 16% van haar oplage heeft verloren, terwijl het verlies bij NRC Handelsblad op 6% ligt (waarbij ik de aanwas door nrc.next niet heb meegerekend).
Ik zou niet willen beweren dat dit opmerkelijke verschil geheel verklaard wordt door de verschillen in redactionele koers, oftewel: dat de lichtheid van de Volkskrant meer belangstellenden verjaagt of afschrikt dan de diepgang van NRC Handelsblad. Ik denk dat, globaal gesproken, de lezers van NRC Handelsblad verstoktere krantenlezers zijn dan die van de Volkskrant ondat zij het nu eenmaal intrinsiek leuk vinden hun hersenen te laten kraken en in een omgeving leven of werken waar een schrandere opmerking over politieke, wetenschappelijke of economische actualiteit op grotere waarde wordt geschat.
Maar de Volkskrant wist door haar “kwaliteitskrant”-streven ook altijd lezers aan zich te binden die een soort NRC-in-de-ochtend wilden, en die lezers zijn de laatste jaren bepaald niet verwend.
Veel Volkskrant-redacteuren zullen nu niet alleen beseffen dat de krant die zij maken “hun krant” niet meer is, maar ook dat hun plek op de arbeidsmarkt misschien zekerder is bij een krant waarvan de lezers – mocht het ooit zover komen – de laatsten zullen zijn die op de dagbladenmarkt het licht uitdoen.
Vroeger moest ik niets hebben van de NRC en las ik liefst de VK, maar dat is de afgelopen twee jaar helemaal veranderd. Dat heeft misschien ook wel te maken met persoonlijke voorkeuren maar NRC leest gewoon lekkerder weg en heeft vaak veel interessantere achtergrondartikelen.
En vergelijk beide zaterdagedities eens. De VK is dik, dat zeker, maar je gaat je toch ergeren aan al die vacatures. Die zouden ze beter in een online databank kunnen zetten.
Digitaal vind ik VK beter maar dat staat voor mij los van de papieren editie. NRC gedrukt en VK digitaal: prima toch?
Op deze manier krijgt NRC wel een beetje het Chelsea-imago: niet zelf talent opleiden maar gerenommeerde krachten wegkopen bij de concurrent. Jan Blokker bij Nrc.next: als de dag van morgen?
zie ook http://www.nrcombudsman.nl
Schrijvers Arnon Grunberg en Ramon Stoppelenburg zijn inmiddels gevraagd om Remco Campert en Jan Mulder op te volgen in de Volkskrant! CAMU wordt dan misschien GRUNBURG.
Ik sluit me bij Edwin aan. Ik ben opgegroeid met de Volkskrant-tradite: leesbare sociale linkse betrokken krant, hapsnap nieuws, leuk voor studenten. Maar de laatste jaren werd het oppervlakkiger en mislukt gelikter: het VK-Magazine was elk weekend weer goed voor drie minuten leeswerk, met tenenkrommende vrouwennieuwtjes, hemeltergende columns van Adriaan Jaeggi (die niemand wil lezen, daarom staan ze ook in VK-magazine) en net niet leuke repo’s op blije “jij” en “jouw”-toon die mij als serieuze lezer in de maag gesplitst moesten worden. De krant zelf ging van verandering, naar verandering naar verandering, en werd steeds “makkelijker leesbaar” en “herkenbaarder” terwijl ik gewoon in-for-ma-tie zocht. Helaas, de Volkskrant, zo blijkt uit zowel de ultra-arrogante links correcte houding van Broertjes en Jan “de laatste snor in Nederland” Tromp, wisten wel beter. Zij konden best denken voor de lezer. Nu is de VK weggezakt tot een nieuw dieptepunt en is haar internetdivisie onder leiding van fatsoensnorm nummero uno GJ Bogaerts de verpersoonlijking van de dreigende afgrond. En gezien de laatste uitvinding (de printfunctie, niet te verwarren met de HTML-code) is ook die excercitie kansloos.
NRC echter biedt nog steeds achtergronden, heeft een website die staat, zonder te veel populair gelul en komt slechts een keer per maand met een degelijk magazine dat er (soms) toe doet. Daarom NRC.
Gewoon Trouw lezen ipv Volkskrant of NRC.
En kwaliteit en ’s ochtends. 🙂
Dat twee journalisten van de Volkskrant naar NRC Handelsblad overstappen, is natuurlijk wél een toevallige samenloop van omstandigheden. De overstap van de eerste heeft helemaal niets te maken met de overstap van de tweede. (Zie http://www.volkskrant.nl/binnenland/article326119.ece/Reactie_van_de_hoofdredactie_op_het_vertrek_van_Jan_Blokker)
Volkskrantredacteurs mogen volgens u dan lui zijn in hun nieuwsgaring, ze kunnen in ieder geval wel rekenen: Volgens de HOI cijfers van 2000 en 2005 is NRC in die tijd 8 procent in oplage gedaald, en de Volkskrant 14 procent. Als je de internetabonnees daarbij optelt, wordt het 7 procent voor NRC ten opzichte van 11 procent van de Volkskrant. Dat geeft toch een iets ander beeld dan 6 procent ten opzichte van 16 procent.
Inderdaad, de Volkskrant heeft een lichter karakter dan NRC, maar dat is niets nieuws. Die mix tussen ernstig en luchtig is voor veel lezers net de reden om voor de Volkskrant te kiezen. Kwaliteit hoeft niet grijs te zijn.
Ik snap ten slotte niet dat een website over de ‘toekomst van de Nederlandse journalistiek’ enerzijds schrijft dat de Volkskrant veel meer ‘energie steekt in crossmediale vernieuwing’ dan NRC, en anderzijds concludeert dat de Volkskrantjournalisten zich meer zorgen moeten maken over hun baan dan die van NRC. Ik heb het misschien verkeerd begrepen, maar ik dacht dat de toekomst van de media op internet moest gezocht worden?
@Leen Vervaeke Je moet wel goed lezen: in mijn artikel heb ik het over de oplage-ontwikkeling over de laatste zes jaar, niet over de laatste vijf jaar. De door mij gebruikte oplagecijfers over 1999 zijn afkomstig van de Persmediamonitor (gebaseerd op HOI-cijfers), die over 2005 van Hoi-online (zie de links hieronder).
Wat de toekomst betreft, begrijp ik je punt: een crossmediale strategie zou de Volkskrant juist voor verdere neergang kunnen behoeden. Misschien, hopelijk voor jullie, heb ik het mis en raakt een nieuwe internetgeneratie gecharmeerd van deze aanpak. Maar ik heb er twee aarzelingen bij. In de eerste plaats neem ik het standpunt van “ervaringsdeskundige” Michiel Bicker Caarten (hoofdredacteur BNR) serieus, die stelt dat elk medium zijn eigen content afdwingt: tekst, audio en video moeten door aparte redacties met eigen medium-skills vervaardigd worden. Laat je de content voor die media door één “cross-mediale” redactie maken, dan maak je snel fouten en verstoor je het bioritme van de verschillende media. Dat bedoelde ik met “vorm-gedreven vernieuwing: de Volkskrant investeert hiermee in “jasjes” maar niet in meer en diepere research. En uiteindelijk, daarvan ben ik overtuigd, zullen lezers (krant of internet) voor een produkt als de Volkskrant willen blijven betalen vanwege de kwaliteit van de content. De rest grissen ze gratis bij elkaar.
Daarmee verband houdend: ik betwijfel of het crossmediale model van de Volkskrant meer inkomsten gaat opleveren. Je realiseert er wat bezuinigingen mee, maar overleven doe je toch vooral door nieuwe of extra inkomstenbronnen aan te boren? In die zin zie ik meer in de “multimediale” strategie van bedrijven als News Corporation en Daily Mail, die mediabedrijven en digitale business kopen die elkaar niet noodzakelijkerwijs crossmediaal redactioneel versterken maar wel onafhankelijk van elkaar geld binnenbrengen. Over exact dit punt is nu een hevige ruzie aan de gang binnen het Amerikaanse Tribune concern: de familie Chandler, grootaandeelhouder, is fel gekant tegen de nu gehanteerde strategie om lokale tv-stations en kranten redactioneel in elkaar te schuiven: in een openbare brief heeft de familie laten weten dat de resultaten op de abonnementen- en advertentiemarkt “desastreus” uitpakken.
http://www.persmediamonitor.nl/cgi-bin/display.cgi?path=1_3
http://www.hoi-online.nl/
@Theo van Stegeren: Ik begrijp je kritiek op de crossmediale strategie op de Volkskrant. Maar niemand kan in zijn glazen bol zien hoe kranten en media moeten omgaan met een nieuwe technologische en sociologische situatie, dus ik vind het lovenswaardig dat de Volkskrant met verschillende media experimenteert, ervaringen opdoet, dingen probeert. Hoe dat in de toekomst zal uitpakken, is onbekend.
Mijn punt in mijn vorige reactie was echter vooral dat het verschil tussen de Volkskrant en NRC een kwestie van smaak is. De argumenten van de twee vertrokken journalisten of de verschillende oplagedalingen bewijzen volgens mij niet dat NRC’s aanpak nu de meest succesvolle blijkt.
Of kranten hun crossmediale ambitie waar moeten maken door een-en-dezelfde redactie voor verschillende media te laten werken, zoals de VK doet, dan wel de verschillen moeten benadrukken, zoals het FD doet, hangt volgens mij ook af van de fase waarin ze zitten, onder andere. Een krant heeft met die crossmediale strategie meestal meer dan een doel: natuurlijk zoekt iedereen naar nieuwe omzet, maar nieuw bereik is soms net zo belangrijk, al was het maar omdat je door een krimpend bereik ook steeds minder relevant wordt.
Mijn krant, Dagblad van het Noorden, probeert nu ook met een redactie verschillende media te bedienen, de krant zelf, maar ook een newsy website (die niet meer bijeen geschoven wordt met het nieuws van gisteren, maar waarvoor verslaggevers direct berichten schrijven, kort en krachtig – dat lukt niet altijd, maar het zal steeds beter gaan). Daarnaast willen we in weer een ander ritme schrijven voor bijlagen en magazines en zo nu en dan een boek of boek-achtig magazine. En ja, radio is de volgende stap.
Die benadering werkt – hoop ik – in deze fase van onze crossmediale ontwikkeling. In een volgende zullen we als vanzelf weer specialismen gaan ontwikkelen (zoals dat nu al langzaam gebeurt met ons camjo-project waarvoor we een specialist hebben aangetrokken). Ik bedoel maar: het is een slingerbeweging waarbij je laverend vooruit probeert te komen. Door dat faseverschil zie je, vermoed ik, ook de verschillen bij Amerikaanse kranten: als ik me niet vergis heeft bijvoorbeeld USA Today nog maar kort geleden zijn internetredactie geintegreerd in de ‘gewone’ redactie.
Tenslotte is er een gemeen intern organisatorisch argument om soms voor het een, soms voor het ander te kiezen. Een redactie die crossmediaal moet leren denken, die moet accepteren dat er meer is dan alleen een krant, moet successen zien in eigen kring. Dan helpt het als de internetredactie uit de bezemkast afdaalt naar de centrale ‘newsroom’ en voor vol wordt aangezien, mee gaat draaien in de nieuwsproductie. Als dat proces een eind op streek is, zoals bij het FD denk ik gebeurd is, neemt de wens naar specialisatie weer toe.
Maar misschien dat het FD over deze slingerbeweging, als die bestaat, eens wat wil uitweiden?
“En uiteindelijk, daarvan ben ik overtuigd, zullen lezers (krant of internet) voor een produkt als de Volkskrant willen blijven betalen vanwege de kwaliteit van de content.”
Het is nu precies die verschrikkelijke overtuiging die de kranten elke keer de das weer omdoet.
Gewoon Trouw lezen? Dat heeft ook zo zijn beperkingen hoor. Net zoals het voorpagina-artikel in NRC Next van vandaag, over burgerjournalistiek. Waarom toch altijd het vergelijk? En niet de kracht inzien van de aanvulling?
Ik kan eenieder ‘we the media’ aanbevelen in dat kader.
http://zbdigitaal.blogspot.com/2006/06/de-verdieping-van-trouw-over.html
Misschien komt er een discussie los onder journalisten over hun vak, nu er nogal wat vakgenoten zich ongerust maken over de concurrentie van internet.
In de Nrc.next van vandaag staat een aardig artikel over wat kennelijk is gaan heten ‘burgerjournalistiek’, maar in feite gaat om het internet als nieuwsbron.
In het artikel staat onder andere het volgende: ‘Nrc.next en NRC Handelsblad zijn niet de enige media die hun lezers een rol in de verslaggeving toebedelen. Media zijn veel meer bezig met hun lezers, kijkers en luisteraars dan, zeg, tien jaar geleden. Dit heeft te maken met dalende oplages en kijkcijfers (en dus de vraag: wat doen we fout?)’
En dat is natuurlijk de eerste vraag die in een consumentistische cultuur gesteld wordt. Aangezien de klant koning is, moet het product volledig op hem zijn afgestemd. De waarheid, of de werkelijkheid zijn daarbij niet langer meer de doorslaggevende factoren, maar of die waarheid of werkelijkheid door zoveel mogelijk klanten worden geslikt. Vandaar de vraag: wat doen we fout? Beter luisteren naar de vox populi door de stem van het volk direct op te nemen, door de klant zelf zijn journalistieke werkelijkheid te laten scheppen. Dat lijkt nog democratisch ook. Niet dat iemand ooit zo stom zal zijn om de loodgieter te vragen uw rotte kies eruit te trekken, maar de journalistiek wordt steeds minder als vak gezien en in dat vakgebied kan het kennelijk wel. Maar hoe zit het dan met de journalistieke spelregels? De NRC-journalist Dick van Eijk doet een voorstel: ‘Een term als ”publieke conversaties” dekt de lading van het genre dat nu veelal als “burgerjournalistiek” wordt aangeduid aanzienlijk beter. Noem bijdragen hieraan alleen journalistiek als ze journalistiek zijn, of de auteur nu professional is of niet.’
Dit is een aardig voorstel. Maar wat te doen wanneer een journalist een artikel schrijft die niet aan de journalistieke normen voldoet? Moet dat dan ook een ‘publieke conversatie’ heten? Ik heb de afgelopen week de diverse media in Nederland met voorbeelden bekritiseerd over de wijze van verslaggeving vanuit Israel: zie bijvoorbeeld mijn stukjes over NRC-correspondent Oscar Garschagen en Volkskrant-correspondent Alex Burghoorn. Hun verslagen zijn alles behalve journalisitiek, ze zijn op hun best gekleurd en op hun slechtst tendentieus en in strijd met de journalistieke normen. Zaken die als feiten worden gepresenteerd, berusten regelmatig bij nader inzien op ongecheckte informatie van de Israelische legervoorlichtingsdienst.
Nrc.next stelt voorts: ‘Zodra zij bijdragen leveren, moeten journalisten doen wat ze altijd doen: feiten checken.’ Het ironische is dat hier onmiddellijk een mening als een feit wordt gepresenteerd, want niet alle journalisten checken altijd de feiten. Zie bijvoorbeeld: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2006/06/de-israelische-terreur-54.html En:
http://stanvanhoucke.blogspot.com/2006/06/oscar-garschagen-van-de-nrc.html
Dat journalisten feiten zouden moeten controleren is juist, maar dat ze het altijd doen is geen feit, sterker nog: het is een leugen, een verdraaiing van de werkelijkheid. Maar er is nog iets anders. Het gaat niet alleen om het checken van de feiten, maar vooral ook om welke feiten de journalist presenteert en welke hij/zij verzwijgt. Een goede illustratie van wat ik bedoel staat aan de andere kant van het artikel in de Nrc.next. Ik citeer Oscar Garschagen vanuit Tel Aviv: ‘Ontvoerde Israelische korporaal leeft nog. De tien dagen geleden ontvoerde Israelische korporaal is na het verstrijken van een ultimatum om hem te ruilen tegen 1000 Palestijnse gevangenen nog steeds in leven.’ Dat is het nieuws, de werkelijkheid wordt via de Israelische kant belicht. Meer dan een week geleden verklaarde het Palestijns verzet dat Israel Palestijnse vrouwen en 388 Palestijnse kinderen in Israelische gevangenissen moet vrijlaten in ruil voor de korporaal, een tankschutter. Defence for Children International komt al vele jaren op voor het lot van die kinderen, van wie sommigen zijn gemarteld, volgens deze humanitaire organisatie. Misschien heb ik iets over het hoofd gezien, maar in elk geval heeft de meerderheid van de Nederlandse media geen enkele woordvoerder van Defence for Children aan het woord gelaten en ook niet een van de ouders van die honderden gevangen kinderen, die in strijd met het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind daar gevangen zitten. Wel citeert Oscar Garschagen de vader van de korporaal, en terecht want hij is partij in het conflict. Maar waarom bewust niet de partij van de kinderen aan het woord gelaten? Waarom blijven ze bij Garschagen een anonieme groep van 1000? Waarom wordt de Israelische militair zichtbaar gemaakt en blijven de Palestijnse vrouwen en kinderen onzichtbaar?
Dat komt denk ik omdat er een consensus bestaat in de commerciele journalistiek en die schrijft voor dat Israel het slachtoffer is van Palestijnse terroristen. Alles dat dit beeld nuanceert of verstoort, is daarbij onwelkom. Anders zou de kijker, lezer, luisteraar misschien begrip kunnen gaan opbrengen voor de positie van de Palestijnen. ‘De mens wenst zich een wereld waarin het goed en het kwaad duidelijk van elkaar gescheiden zijn, want in hem huist het ingeschapen en ontembaar verlangen te oordelen alvorens te begrijpen, zo schreef de auteur Milan Kundera. En nergens wordt dat zo duidelijk als in de politiek en de massamedia, de dienaren van het volk, die op zoek zijn naar zoveel mogelijk stemmers en kopers. Dus moet de held de held blijven, de boef de boef, and never the twain shall meet. Deze propagandistische reductie van de werkelijkheid is een leugen waaraan de massamedia dagelijks vrijwillig meewerken. Vandaar dat ik wel voor Dick van Eijks voorstel ben, maar dan ook dat onderscheid totaal maken, ook de verslagen van journalisten die propaganda bedrijven dienen dan ‘publieke conversaties’ te worden genoemd. Anders is er sprake van totale verwarring en hypocrisie. Maar misschien zou dat wel de ondergang van de commerciele media betekenen, want wie is er nu geinteresseerd in de mening van deze of gene journalist die achter de waan van de dag aan rent? Wees eerlijk.
stan van houcke
Mooie bijdrage Stan. Journalistiek bedrijven in Israël en omstreken, dat is een fenomenaal probleem. Joris Luyendijk, oud-correspondent de Volkskrant, NRC Handelsblad, Het Journaal en Radio 1 heeft er een boek over geschreven: “Het zijn net mensen”. Deze week in de boekhandel. Hij beschrijft voortreffelijk hoe journalistiek (niet) werkt in het Midden-Oosten en hoe voortreffelijk de Israëlische publiciteitsmachine werkt.
Ik ben het niet met je conclusie eens. Het is niet zo dat Alex Burghoorn, en ik denk ook Oscar Garschagen niet, stukken schrijven met slechts het idee in hun achterhoofd dat Israël slachtoffer is van Palestijnse terroristen. Ze voeren beide een smerige oorlog. Wel is het zo dat Israël die oorlog buitengewoon veel beter kan verkopen dan de Palestijnen – de waarneming leen ik van Joris. Alex is niet anti-Palestijns.
Ik zou wel een verhaal willen lezen over die kinderen. Boeiend.
Beste Jan
wat de exacte motieven zijn van beide correspondenten en trouwens ook sommige andere correspondenten in die regio is in wezen niet eens zo belangrijk. Wat belangrijk is het resultaat. Door het bewust verzwijgen van de motieven van een van de partijen is het publiek niet in staat om de gebeurtenissen in een contex te plaatsen zodra de Palestijnse bevolking probeert terug te slaan. Oorzaak en gevolg zijn achter een mist van eufemismen en verzwijgingen verdwenen en de doorsnee mediaconsument vraagt zich dan ook niet af waarom de Palestijnen dit deden. Zonder de motieven te kennen is de enige conclusie dat we hier met fundamentalistische extremisten en terroristen te maken hebben. Dat er ondertussen een geopolitiek machtsspel wordt gespeeld over de ruggen van de Palestijnen wordt ook niet belicht. De wereld die veel correspondenten in Israel tonen is er een waarin oorzaak en gevolg alleen bestaat voor de joods-Israeli’s.Een journalist die zich laat inpakken door de Israelische propaganda en public relations kan er maar beter mee ophouden. Zonder eigen bronnen en eigen waarneming kun je geen onafhankelijke journalistiek bedrijven. Uit de praktijk weet ik dat het anders kan. Lees ook John Pilger, Robert Fisk, Lutz Kleveman, Kapuscinski. Het is nonsense om te beweren dat je niet uit en over een dictatuur kunt berichten.
stan
Nu ook Jan ’t Hart van de Volkskrant zich hier in de discussie mengt, is het misschien wel handig om even te verwijzen naar zijn blogreactie op dit stuk van Theo van Stegeren:
http://www.volkskrantblog.nl/bericht/61074
Twee uiterste visies natuurlijk, en daarom aardig om ze tegenover elkaar te plaatsen. Ik herken de kritiek van Theo op de Volkskrant, omdat ik die uit meer monden hoor. Toch slaat hij te ver door in zijn kritiek door alles maar meteen slecht te vinden. Ook de nieuwe media-initiatieven. Zoals Jan terecht opmerkt: “Dat de Volkskrant grote aandacht heeft voor andere mediadragers als internet, radio en televisie – wat kan daar nou tegen zijn?” Ik denk juist dat dit een forte is van de Volkskrant. Natuurlijk stoten early adopters wel eens hun neus, maar het streven an sich is alles behalve verkeerd. En juist daarin zou wel eens de redding van de krant kunnen schuilen – al is die nu nog niet terug te zien in de (fors dalende) oplagecijfers.
Beste mensen,
De vraag van Stan is veel interessanter. Al langere tijd volg ik zowel het nieuws via RSS, blogs, Google News My Yahoo! en de gevestigde media. Ook heb ik ene papieren abonnement op Het Parool. Zelf heb ik ook een blog, maar daar zet ik verder weinig op.
Wat mij in de loop der tijd is gaan opvallen dat als je veel meer bronnen tot je neemt en dan vooral via internet je een veel completer beeld krijgt.
Helaas blijken veel journalisten dan door de mand te vallen. Binnen enkele toetsaanslagen kun je controleren of iets klopt of niet.
Oeroezgan is daar een goed voorbeeld van. Iedereen had destijds via Google News zo berichten uit die regio kunnen halen en kunnen lezen dat het gebied niet geschikt was voor een wederopbouw missie. Vreemd genoeg was men in Nederland bij de diverse media niet in staat om dergelijke berichten te vinden. Of werken de journalisten van de Asia Times niet volgens journalistieke principes?
Overigens heb je niet altijd internet nodig om de kwaliteit van berichtgeving te controleren. Ik heb Het Parool opgezegd onder andere, omdat de kwaliteit van veel stukken ver onder de maat is.
Het bovenstaande valt niet alleen mij op, maar steeds meer mensen. Die dalende oplagen komen echt niet alleen voort uit recessie.
Het gaat hier overigens over de kwaliteitskranten die slechte journalistiek bedrijven. Ik denk dat de tijd rijp is in Nederland voor een organisatie als http://www.medialens.org die juist de kwaliteitskranten controleren op hun berichtgeving.
Brendan, laat ik een actueel voorbeeld geven van onevenwichtige berichtgeving:
NRC-correspondent Oscar Garschagen bericht vandaag voor zijn krant op internet onder andere dit over het grensgebied in Noord Gaza: ‘De Palestijnse bewoners en de Bedoeïenen hadden dit gebied al verlaten wegens de voortdurende artilleriebeschietingen.’
Dat is interessant want precies een week geleden berichtte de Volkskrant-correspondent Alex Burghoorn: ‘De Israelische artillerie heeft donderdag meer dan vierhonder granaten afgeschoten op open vlakten in het noorden van de Gazastrook.’ Open vlakten? Dat zijn dus vlakten waar niemand woont, althans dat suggereert het woorde ‘open’. Maar nu blijken ineens Palestijnen en de Bedoeienen dit gebied te zijn ontvlucht vanwege de voortdurende Israelische beschietingen. Dus waren het geen open vlakten, er woonden mensen en niet alleen in tenten. De informatie van Burghoorn kwam van de Israelische legervoorlichting en die nam hij klakkeloos over, hij zelf zat in Jeruzalem, ver van het front.
Het NRC-verslag: ‘De Egyptische ambassadeur in Tel Aviv bevestigde gisteren dat de inspanningen van zijn land om via gesprekken met Hamas druk uit te oefenen voorlopig zijn gestopt, omdat de militaire vleugel van Hamas alleen verder wil praten als Israël 1.000 van de 8.500 gevangen Palestijnen vrijlaat.’ Waarom vermeldt Oscar Garschagen niet dat het hier om 1000 Palestijnse vrouwen en kinderen gaat die in Israelische gevangenissen zitten? En waarom heeft de kwaliteitskrant nog steeds niet een woordvoerder van Defence for Children International geinterviewd over het lot van de 388 Palestijnse kinderen die in Israel gevangen zitten, van wie sommigen zelfs gemarteld zouden zijn. Ze zijn inmiddels partij in het conflict. Zie: http://www.dci-pal.org/english/home.cfm
Nu we toch wat vragen stellen: waarom vraagt de NRC-redactie buitenland niet aan de Palestijnse tak van deze internationale mensenrechten organisatie wat de positie is van de Palestijnse burgerbevolking in Gaza? Nu de krant zelf geen journalist in bezet gebied heeft die dagelijks erover bericht kunnen ze door 1 telefoontje op de hoogte worden gesteld. Zie: ‘Gaza civilians bear the brunt of Israeli military escalation.’ http://www.dci-pal.org/english/display.cfm?DocId=500&CategoryId=1
Ik vraag dat speciaal nu ook de internationaal gerespecteerde Zuidafrikaanse jurist John Dugard waarschuwt voor de ernstige Israelische schendingen van de Geneefse Conventies. Dugard is niet de eerste de beste. Hij wijst al langer op de Israelische terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking. Ik gebruik het woord terreur bewust. Ik richt me daarbij op de definitie van terreur zoals die staat afgedrukt in het Amerikaanse Leger Handboek, waarbij terrorisme omschreven wordt als ‘het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.’ Men zou dit kunnen voorleggen aan Dugard, immers hij is ad-hoc rechter van het Internationaal Hof van Justitie, VN rapporteur voor de mensenrechten in de Palestijnse Gebieden en heeft daar een beklemmend rapport over geschreven. Zie http://www.pchrgaza.org/Library/Dugard.pdf . Bovendien is hij hoogleraar Publiek Internationaal Recht in Leiden en door vier universiteiten tot eredoctor benoemd.
Het NRC-verslag: ‘De Zuid-Afrikaanse jurist Jon Dugard, een mensenrechtenspecialist van de Verenigde Naties, heeft gisteren de Europese Unie en de Verenigde Staten gekritiseerd wegens het „negeren van van tientallen Israëlische schendingen van mensenrechten, volkenrecht en andere normen”. Volgens Dugard is het gedrag van Israël in de Gazastrook „moreel onverdedigbaar”.’ Hoewel de NRC zijn naam verkeerd spelt ga ik er toch maar even vanuit dat ze hem kennen. Als het interviewen van een woordvoerder van Defence for Children te moeilijk is dan komt zeker hij toch wel in aanmerking? Of vertelt hij feiten die de NRC wil horen?
Ik stel die vraag omdat tijdens een van de vorige geweldadige Israelische invallen, in 2002, de NRC niet echt geinteresseerd bleek te zijn in de Israelische schendingen van het internationaal recht. Terwijl in de bezette gebieden de Israëlische terreur voluit in gang was, sprak NRC-redactrice Carolien Roelants met Khader Shkirat, destijds directeur van LAW, de door Nederland financieel gesteunde Palestijnse mensenrechtenorganisatie, die al een decenniumlang gedocumenteerd over de Israëlische schendingen van het humanitair recht rapporteert. Zeven kolommen tekst, vijftien vragen, waarvan zeven over de Palestijnse zelfmoordaanslagen. Hoewel Shkirat verklaarde de aanslagen niet te rechtvaardigen, bleef Roelants op dit onderwerp doorhameren. Shkirat probeerde een verklaring te geven voor die aanslagen, met als enige resultaat haar vraag: ‘Dus u kunt zelfmoordterrorisme rechtvaardigen?’ Geen enkele vraag stelde de NRC-redactrice over bijvoorbeeld de grove schendingen van de Vierde Geneefse Conventie door Israël. In de feiten die de directeur van LAW had willen vertellen en de reden was van zijn bezoek aan Nederland, bleek ze niet geïnteresseerd. Een week later, het Israëlische leger was op dat moment volgens internationale getuigen druk bezig de sporen van oorlogsmisdaden uit te wissen, stelt deze NRC-redactrice op de voorpagina van haar krant zich de vraag of hier nu sprake is van ‘Anti-Israel of antisemitisch.’ Hoe moeten wij ‘de verklaring van leden van het comité voor de Nobelprijs voor de vrede,’ duiden ‘dat de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres zijn Nobelprijs moet worden afgenomen.’ En wat te denken van ‘de veroordeling door de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in Geneve van het “massaal doden” door Israël van Palestijnen bij de militaire operatie bij Jenin.’ Intussen weten we dan al wel dat volgens dezelfde Peres de strijd bij Jenin een ‘slachting’ was. Een paar dagen later, op 20 april – het Israëlische leger is nog steeds bezig in Jenin – krijgt de NRC-lezer de ultieme mening gepresenteerd. Onder de kop ‘De Tweede Holocaust’ wordt een artikel van de Amerikaan Ron Rosenbaum als volgt ingeleid: ‘De vraag is niet óf de tweede holocaust zal komen, maar wanneer. En opnieuw zullen Europeanen bereid zijn tot medeplichtigheid aan moord op de joden.’ En zo zijn we stapsgewijs van kritiek op oorlogsmisdaden via antisemitisme in de tweede holocaust beland. De naakte feiten zijn vervangen door suggestieve meningen om elke terechte kritiek te criminaliseren en daarmee monddood te maken. In 2001 publiceerden 220 joodse Zuid-Afrikanen een zogeheten ‘Gewetens-Verklaring’, waarin zij de Israëlische behandeling van de Palestijnen op één lijn stelden met de onderdrukking van de zwarte bevolking tijdens het apartheidsregime.’ Zie: http://home.planet.nl/~houck006/israel.html
Laten we kijken hoe lang het de commerciele Nederlandse kwaliteitsmedia kost om professor Dugard te interviewen over de Israelische schendingen van het internationaal recht. In elk geval kan de kwaliteitspers van een gidsland als Nederland het goede voorbeeld geven aan de wereld. Zet ‘m op, dames en heren collega’s!
http://www.nrc.nl/buitenland/article380697.ece
bij overlezing zag ik een fout. De vraag is natuurlijk: Of vertelt hij feiten die de NRC niet wil horen?
niet alleen kun je via internet een breder beeld krijgen van bepaalde zaken, je kunt er ook onmiddellijk gecorrigeerd worden en correcties aanbrengen. ik werd net door mijn vrouw, een juriste, op de vingers getikt toen ik zei dat Dugard ad hoc rechter is bij het Hof van Justitie. ‘Niet het Hof van Justitie,’ zei ze, maar het ‘Internationaal Gerechtshof’. Via internet kun je een fout gelijk weer herstellen, of door anderen onmiddellijk gecorrigeerd worden, bij de commerciele media, bij kranten of tv, is dat nagenoeg onmogelijk. en als er al een fout wordt gecorrigeerd dan veel later, wanneer de meeste mensen niet meer weten waar het eigenlijk om ging.
stan van houcke
De kritiek die de Volkskrant van zijn lezers kreeg over de recente onevenwichtige pro-Israel verslaggeving heeft succes, want voor het eerst sinds de gewelddadige inval – tien dagen geleden – en de terreur tegen de Palestijnse burgerbevolking besteedt de krant uitgebreid aandacht aan de grootschalige mensenrechtenschendingen door de Israelische strijdkrachten.
Gisteren schreef ik dit: ‘Laten we kijken hoe lang het de commerciele Nederlandse kwaliteitsmedia kost om professor Dugard te interviewen over de Israelische schendingen van het internationaal recht.’ Zie: http://stanvanhoucke.blogspot.com/2006/07/de-israelische-terreur-64.html Het antwoord is: terwijl ik het schreef interviewde Israel-correspondent Alex Burghoorn van de Volkskrant deze Speciale VN-Rapporteur voor de Mensenrechten in de Palestijnse Gebieden voor de voorpagina van zijn krant.
Zie: http://www.volkskrant.nl/buitenland/
article327919.ece/Boycot_straft_niet_Hamas_maar_het_volk
Dit is de internet-versie. In de papieren editie van de Volkskrant staat verder over John Dugard: ‘Hij heeft donderdag van de Raad voor de Mensenrechten van de VN opdracht gekregen met spoed af te reizen naar de Gazastrook voor onderzoek naar mensenrechtenschendingen van het Israelische leger tijdens de operatie Zomerregen… De VN-raad heeft het besluit genomen met 24 voor en 11 tegen, waaronder de VS en alle vertegenwoordigende lidstaten van de EU.’
Alex Burghoorn schrijft voorts: De Palestijnen zijn afhankelijk van vooral Europees en Amerikaans hulpgeld. Maar sinds de islamitische Hamas-beweging in de regering zit, is de hulp opgeschort. Hamas moet eerst Israel erkennen, het geweld afzweren en oude overeenkomsten naleven.’ Het geweld afzweren? Terroristische aanslagen afzweren, dat begrijp ik, maar het gewelddadig verzet tegen een bezettingsmacht afzweren? Op welk artikel van het Internationaal Recht berust deze eis? Een volk mag zich tegen een agressor die land bezet en confisqueert verzetten. Mocht het Nederlands verzet zich niet met geweld tegen het Duitse bezettingsleger verzetten? Zo’n eis is makkelijk opgeschreven, maar onderzoek als journalist ook eens de juistheid ervan. Waarom wordt Israel niet geboycot door Europa schendingen van het internationaal recht? Over de VS heb ik het niet aangezien daar de pro-Israel lobby de Midden Oosten politiek van Washington bepaald. Europa steunt Israel cultureel, militair, economisch en politiek.
Op een prominente plaats op pagina 5 van de Volkskrant staat het interview met John Dugard verder uitgewerkt onder de kop: ‘Israel schendt de fundamenteelste mensenrechten,’ een uitspraak van de ‘speciale rapporteur in de bezette Palestijnse gebieden, in opdracht van de Verenigde Naties.’
Terwijl de commerciele media in de Westerse wereld voor de meerderheid in de verslaggeving de kant van Israel heeft gekozen, valt de onafhankelijke berichtgeving van al-Jazeera steeds meer op. Dit is wat de arabische en derde wereld krijgen te lezen in de Engelstalige editie: ‘Hamas calls Gaza to arms
The Palestinian government has urged security forces to fight Israeli troops in Gaza after the most violent day since Israel withdrew from the territory last year.
Saeed Seyam, the interior minister, declared a state of emergency on Thursday, according to a spokesman after fighting killed 19 Palestinians and one Israeli soldier.
Khalid Abu Hilal, a Hamas minister, told a news conference: “Because of the continuation of bloodshed and Israel’s crimes, the minister of interior a few hours ago declared a full state of emergency in the homeland.
“He (Seyam) called on all Palestinian security and military services to participate in the moral, national and religious duty to defend our people … and to confront this incursion and cowardly Zionist aggression.”
However, although some security forces are controlled by Hamas, most are loyal to Mahmoud Abbas, the Palestinian president, and his Fatah movement. And Abbas is the only person who can authorise a state of emergency.Expansion
Hilal’s comments were among the first by Palestinian government officials since Ehud Olmert, the Israeli prime minister, ordered tanks to push deeper into Gaza.’ Lees verder:
http://english.aljazeera.net/NR/exeres/0B494E13-13C7-4FCD-BD51-016CC8F896AD.htm
Waarom kunnen de Nederlandse media niet wat evenwichtiger berichten? Waarom is er in Nederland daarover geen serieuze discussie onder journalisten?
Vooral nu de commerciele media langzamerhand hun monopolie op de berichtgeving aan het verliezen is.
stan van houcke