Wetenschappers zijn erg goed in het intrappen van open deuren. Afgelopen week bevestigde het Pew Research Center wat we allemaal al lang weten: het web wordt steeds belangrijker als nieuwsbron. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de Amerikanen de presidentsverkiezingen van afgelopen jaar volgde via het web. Voor de meerderheid (77%) is televisie nog steeds de belangrijkste bron van nieuws, maar internet (26%) heeft de papieren krant (28%) op een haar na verstoten van de tweede plaats. En de trend is duidelijk. Onder jongeren heeft het web de papieren krant al lang verslagen. Geen wonder dat iedereen opeens weer praat over betalen voor online nieuws.
Een tweede, evenmin spectaculaire conclusie van het onderzoek: mensen lezen niet alleen politiek nieuws op het web, ze delen en bespreken het ook met elkaar. Meer dan de helft van de Amerikanen was tijdens de campagne op de een of andere manier online politiek actief. Utopisten zien daarin hun gelijk bevestigd dat het web de democratie versterkt. Niet voor niets schreef Joe Trippi, de architect van de cybercampagne van Howard Dean, na de vorige presidentsverkiezingen: “The Internet is the most democratizing innovation we’ve ever seen – more so than even the printing press.”
Digitale verzuiling
Helaas voor Trippi ontdekten de onderzoekers van Pew nog iets anders: Amerikanen die hun nieuws van het web halen – vooral jongeren – doen dat steeds minder van ‘neutrale’ nieuwsbronnen. Ze zoeken bewust naar sites met een politieke kleur die overeen komt met hun eigen voorkeur. Democraten hangen vooral rond op The Huffington Post, Daily Kos en Talking Points Memo, Republikeinen zoeken hun heil bij Instapundit, The Daily Dish en Pajamas Media. Net als bij de verkiezingen van 2004 was de blogosphere in 2008 hopeloos verdeeld.
Ook dat lijkt een open deur: natuurlijk zoeken gelijkgestemden elkaar op. Dat is het hele idee achter de parlementaire democratie. Maar het is de vraag of deze digitale verzuiling de democratie inderdaad versterkt. Nicolas Kristof denkt in ieder geval van niet. In zijn column in The New York Times beschrijft hij een intrigerende paradox: Het web stelt ons in staat kennis te nemen van een enorme diversiteit aan nieuwsbronnen en opinies. Maar we gebruiken die keuzevrijheid juist om informatie te zoeken die onze eigen vooroordelen bevestigt. Internet lijkt het ideale medium voor intellectueel debat maar in de praktijk is het een echoput waarin onze eigen mening oneindig vaak wordt herhaald.
En versterkt. Kristof verwijst naar een experiment in 2006 waarin liberale en conservatie Amerikanen werd gevraagd naar hun mening over controversiële onderwerpen als positieve discriminatie, het broeikaseffect en het homo-huwelijk. Daarna organiseerden de onderzoekers discussies over deze onderwerpen. Liberalen debatteerden met liberalen, conservatieven met conservatieven. Na afloop van de gesprekken bleken de opvattingen van de deelnemers extremer dan ervoor. Debat met gelijkgestemden leidt tot politieke polarisatie en volgens Kristof werkt internet daarbij als een katalysator. Hij krijgt daarin gelijk van Matthew Hindman, een politicoloog die uitgebreid onderzoek deed naar politiek op internet. Conclusie: de democratiserende werking van het web is een mythe.
Science-fiction
Kristof legt een verband tussen de polarisatie online en culturele en economische segregatie in de analoge wereld. Dat is minder vergezocht dan het op het eerste gezicht lijkt. Ons sociale leven speelt zich in toenemende mate af op het web. Inmiddels is 70% van de Nederlanders actief op een of meer sociale netwerken. Een gemiddelde puber kan niet meer zonder MSM en Hyves, menig volwassene begint en eindigt de dag met een bezoek aan LinkedIn of Twitter. Natuurlijk beïnvloeden die nieuwe sociale structuren ons dagelijks leven. De vraag is alleen op welke manier.
Het positieve en meest gangbare antwoord is dat ze ons bestaan verrijken. Door het web worden contacten mogelijk die voorheen ondenkbaar waren. Fysieke belemmeringen verdwijnen, het internet is de vervolmaking van Marshall McLuhan’s utopie van The Global Village. Maar er is ook een ander antwoord. Al in 1996, ver voordat sociale netwerksites een hype werden, waarschuwden onderzoekers van MIT voor mogelijke kwalijke bijwerkingen van het ontstaan van elektronische gemeenschappen. Op basis van een wiskundig model toonden zij aan hoe gemakkelijk sociale contacten op internet kunnen leiden tot homogene groepen van gelijkgestemden die zich afkeren van de maatschappij. Daardoor dreigt, zo schreven de wetenschappers, een ‘balkanisering’ van de samenleving.
Zeker in de context van de jaren negentig klinkt een verwijzing naar de Balkan wel erg omineus. Maar het onderzoek van Pew maakt het aannemelijk dat sociale netwerken kunnen leiden tot een nieuw soort virtuele verzuiling. Dat mag misschien klinken als griezelige science- fiction, het is in ieder geval géén open deur.
Mogelijk heeft die ‘balkanisering’ nog een tweede dimensie. De surfende mens beperkt zich niet alleen het liefst tot de sites en sociale netwerken waar zich gelijkgestemden ophouden, tijdens het lezen op die sites lijdt hij of zij aan een rusteloze vorm van “hersenvernauwing” die iedereen wel in bepaalde mate bij zichzelf herkent.
Nicholas Carr beschreef vorig jaar in een artikel op The Atlantic hoe dat door hem gevreesde fenomeen eruit ziet: “A recently published study of online research habits, conducted by scholars from University College London, suggests that we may well be in the midst of a sea change in the way we read and think. As part of the five-year research program, the scholars examined computer logs documenting the behavior of visitors to two popular research sites, one operated by the British Library and one by a U.K. educational consortium, that provide access to journal articles, e-books, and other sources of written information. They found that people using the sites exhibited “a form of skimming activity,” hopping from one source to another and rarely returning to any source they’d already visited. They typically read no more than one or two pages of an article or book before they would “bounce” out to another site. Sometimes they’d save a long article, but there’s no evidence that they ever went back and actually read it. The authors of the study report:
It is clear that users are not reading online in the traditional sense; indeed there are signs that new forms of “reading” are emerging as users “power browse” horizontally through titles, contents pages and abstracts going for quick wins. It almost seems that they go online to avoid reading in the traditional sense.”
Als het lezen op internet inderdaad tot een oppervlakkiger vorm van informatieverwerking leidt (die – als we het steeds oppervlakkiger leesgedrag van krantenlezers als maatstaf nemen – als vanzelf ook naar het hersenproces tijdens het lezen van papieren teksten overslaat) zijn we als democratische samenleving nog een stuk verder van huis. Niet alleen verengt de gevarieerdheid van het aantal informatiebronnen zich op het web, er wordt ook minder nagedacht tijdens de verwerking van die informatie.
Leuk dat je aan Carr refereert, Theo. Ik las over het genoemde MIT-onderzoek “Global Village or Cyber-Balkans?” in zijn boek The Big Switch. De ideeën die Carr beschrijft in Is Google Making Us Stupid? werkt hij uit in zijn nieuwe boek The Shallows. In een eerdere bijdrage schreef ik over onderzoek naar de gevolgen van veelvuldig internetgebruik voor ons concentratievermogen.
@Bas
1. “Als het lezen op internet inderdaad tot een oppervlakkiger vorm van informatieverwerking leidt (die – als we het steeds oppervlakkiger leesgedrag van krantenlezers als maatstaf nemen – als vanzelf ook naar het hersenproces tijdens het lezen van papieren teksten overslaat) zijn we als democratische samenleving nog een stuk verder van huis.” => kranten zijn geen papieren teksten?
2. Je mist een cruciaal aspect van de huidige tijd: er is veel meer informatie beschikbaar. Daar kan je niet mee om blijven gaan op de oude manier. Zo simpel is het gewoon. Als je nu nadenkend de Volkskrant leest mis je een groot deel van het echte nieuws. Wat je niet doorhebt is dat kranten worden opgesteld voor een bepaalde doelgroep door mensen met een bepaalde kijk op de wereld. Een gekleurdere selectie van het nieuws dan die een krant maakt bestaat er niet. Wat jij zegt is dat je liever de krant die selectie laat maken zodat je zelf kan nadenken. Dat lijkt me niet verstandig, omdat je dan al met een achterstand begint. En om zelf een selectie te kunnen maken zul je nieuwe technieken moeten gebruiken, wil je het aanbod van informatie een beetje de baas kunnen.
3. Je laatste zin is werkelijk totale nonsens: “Niet alleen verengt de gevarieerdheid van het aantal informatiebronnen zich op het web”. Dat kan je echt niet met droge ogen beweren. Tenzij je enkel de krant leest en niet beter weet, maar dan nog verkoop je een pertinente leugen. Het aantal informatiebronnen en hun diversiteit op het web zijn werkelijk waar gigantisch. Zo kun je bijvoorbeeld gerichte informatie vinden over goud, de huizenmarkt, Cuba, de Maya’s, Boedisme, pedofilie of het voorbereiden van een zelfmoordaanslag. Diverser is het nooit eerder geweest.
4. En zullen we het punt over democratie maar laten zitten? Een democratie gaat er namelijk om dat verschillende belangengroepen hun standpunt zo goed mogelijk verkopen en zo elkaar proberen te overtuigen. Dat men daarvoor gericht op zoek gaat naar argumenten moge duidelijk zijn. Dergelijk gedrag versterkt de democratie juist. En bovendien raakt met zo misschien wat meer betrokken, ook een belangrijke voorwaarde
Sorry, de vorige post was ook van mij (M) en was gericht aan Theo. Daar ging even iets mis.
@Bas: dat veelvuldig internetgebruik onze manier van werken zal beïnvloeden lijkt me onontkoombaar. Dat gebeurde destijds ook met de industriële revolutie en met alle grote vernieuwingen daarvoor. En ja, dat zal ten koste gaan van een aantal zaken, maar hoogstwaarschijnlijk ook verbetering brengen. Het verleden heeft ons laten zien dat dergelijke vernieuwingen niet voor niets omarmd worden.
It is clear that users are not reading online in the traditional sense; indeed there are signs that new forms of “reading” are emerging as users “power browse” horizontally through titles, contents pages and abstracts going for quick wins. It almost seems that they go online to avoid reading in the traditional sense.”
Nog meer onzin. Werden mensen dan vroeger gedwongen om in “the tradional sense” te lezen? En hebben ze nu dan eindelijk een uitvlucht gevonden om hun boze meesters te ontwijken? Ik zou eerder stellen dat men zowel vroeger als nu uit vrije wil las, en waarschijnlijk ook nog eens met een doel. Blijkbaar vervult “het nieuwe lezen” die doelstelling beter, en daarom kiest men er voor. En ja, dat is dan niet meer tradioneel. Maar dat zegt toch helemaal niets? Of gaat meneer Carr nog steeds met paard en wagen naar zijn werk? En verbouwt hij zijn eigen piepers op het land? En wast hij zijn kleren in de rivier? Ik gok eerder dat hij al die traditionele zaken ook heeft laten varen. Het lijkt mij eerder dat hij verknocht is aan zijn “ouderwetse” leesmethode, en er voor het gemak maar van uit gaat dat wat hij prettig vind voor iedereen het beste is. Als er iets weinig met democratie te maken heeft is die gedachte het wel.