Het begon met een simpele tweet en blogpost van Jay Rosen in december: Waarom fact checken de Amerikaanse politieke TV-programma’s op zondagochtend hun gasten niet en publiceren ze de resultaten online? De opzet van deze programma’s is immers achterhaald door het extreem gepolariseerde politieke klimaat, waarin politici regelmatig halve waarheden en leugens verkondigen omdat deze hun partij politiek bevoordelen. Door het vraag-en-antwoord-format en de beperkte tijd van de zondagochtend-programma’s zijn de interviewers echter niet altijd in staat om de feiten in een gesprek boven tafel te halen. ‘Het format leidt tot vermijden, ontkennen, weglaten, volksverlakken en verwarren’, schrijft Rosen.
Het was dan ook verbazingwekkend dat David Gregory, presentator van het best bekeken politieke programma Meet the Press (NBC), Rosens idee afwees. Zijn reactie: “Mensen kunnen Meet the Press elke week op hun eigen voorwaarden fact checken.”
Een onmogelijke taak voor de gemiddelde nieuwsconsument. Fact checken vereist aanzienlijk meer dan een Google-search, het vereist uitgebreide kennis van bronnen en researchmethodes en een flinke portie tijd. Het is bij uitstek een taak voor professionele journalisten.
Meet the Facts
Om dat aan te tonen, begonnen Paul Breer en Chas Danner, respectievelijk student politieke wetenschappen in Kansas en student journalistiek in New York, met behulp van crowdsourcing zelf de uitspraken van de Meet the Press-gasten te fact checken. Sinds eind april publiceren ze de resultaten op de website Meet the Facts.
“Nu de politici hyperpartijdig zijn, is het ongelooflijk lastig om al die nonsens te ontrafelen”, zegt Danner. “Het is een mijnenveld.” Als voorbeeld noemt hij een week waarin het team twaalf uitspraken wist te checken. Zelfs zonder mensen te bellen – Meet the Facts kijkt naar overheidsdocumenten en onafhankelijke bronnen op internet – kostte dat ruim 29 uur.
Jake Tapper, presentator van ABC’s politieke programma This Week, nam de uitdaging van Rosen daarentegen wel aan. ‘Ik ben het respectvol oneens met David Gregory’, e-mailt Tapper aan DNR. ‘De kijkers rekenen erop dat wij feiten natrekken tijdens en na het programma.’
Sinds 11 april laat This Week daarom PolitiFact, de met een Pulitzer bekroonde site van de krant St. Petersburg Times, uitspraken van gasten fact checken. “De zondagochtend-programma’s hadden dit al vanaf het begin moeten doen”, zegt Bill Adair, hoofdredacteur van PolitiFact. “De media kunnen vanwege internet niet meer voorkomen dat onwaarheden zich verspreiden, daarom is het zo belangrijk dat ze politieke boodschappen fact checken.”
Elke week checkt PolitiFact de drie of vier meest relevante uitspraken die in This Week zijn gedaan. Een journalist doet er een hele dag over, inclusief het schrijven, om één feit na te gaan. De betreffende politicus wordt gebeld, evenals andere bronnen. “Vaak zijn de politici heel behulpzaam en sturen ze allerlei materiaal”, zegt Adair.
“Vier regelrechte leugens”
Volgens Danner en Breer, allebei Democraten, wordt er over de hele linie misleid. Adair zegt niet bij te houden welke partij zich er het meest schuldig aan maakt. Wel geeft hij het voorbeeld van Republikein Michele Bachmann, een favoriet in de populistische Tea Party-beweging. Die heeft duidelijk moeite met de waarheid: van de negen uitspraken die PolitiFact checkte, klopten er vijf niet en vier waren regelrechte leugens.
Worden politici waarheidsgetrouwer door de fact check? PolitiFact heeft sinds 2007 1400 feiten nagetrokken, zegt Adair, “en die indruk heb ik niet. Talking points zijn nu eenmaal diepgeworteld in de Amerikaanse politiek”. Wel paste Barack Obama enkele uitspraken aan toen hij nog een presidentskandidaat was. “Maar het is niet ons doel om de Amerikaanse politiek te veranderen”, zegt Adair. “Wij vervullen de rol van scheidsrechter in een baseball-wedstrijd. We willen dat mensen de waarheid kennen, zodat ze geïnformeerde beslissingen kunnen nemen over volksvertegenwoordigers.”
Het lijdt geen twijfel dat de nieuwsconsument vooral in deze tijd groot belang hecht aan informatie die klopt. De kijkers van This Week hebben volgens Tapper en Adair positief op de wekelijkse fact check gereageerd. “Niet alleen omdat we politici verantwoordelijk houden, maar ook de media die in de ronde-tafelgesprekken in This Week aan het woord komen”, licht Adair toe.
De AP merkt eveneens dat de behoefte aan gecheckte informatie groot is: de lezers klikken het vaakst op de verhalen waarin feiten aan een streng onderzoek zijn onderworpen. “Journalisten vergeten weleens dat de belangrijkste reden waarom ze dit werk zijn gaan doen, is natrekken of iets klopt”, zei Ron Fournier, chef van het AP-bureau in Washington DC.
Voor Danner en Breer van Meet the Facts is het dan ook een raadsel waarom het Meet the Press-team zijn gasten weigert te fact checken. Ze hopen nog steeds dat NBC hun werk uiteindelijk overneemt. Zo niet, dan verhuizen ze de Meet the Facts-site eventueel naar een opleiding journalistiek. Uit Google- en server-data kunnen de studenten in elk geval opmaken dat NBC naar hun site heeft gekeken.
NBC weigert interviews te geven, ook aan DNR, over de kwestie. De zender zei alleen in een verklaring: ‘Een van de kerntaken van Meet the Press is aansprakelijkheid en we nemen die verantwoordelijkheid heel serieus tijdens een interview en de voorbereiding ervan.’
Het is denkbaar dat Meet the Press, dat aanzienlijk meer kijkers trekt dan de andere zondagochtend-programma’s, bang is dat gasten van naam niet meer komen als ze onder de loep worden gelegd. Al zegt Tapper van This Week geen last te hebben van weigerende gasten.
“Als politici alleen in een programma willen praten omdat hun uitspraken niet worden nagegaan, is zo’n programma ongeloofwaardig”, reageert Danner. “Je ziet altijd dezelfde veertig grijze old-school politici die weten hoe ze hun onzin moeten verkondigen. Ik zou zeggen: welkom in de nieuwe journalistiek. Hopelijk ontstaat door de fact check een ander soort politicus.”
Scharrelnieuws?
Je zou haast gaan denken aan een systeem waarbij voor een discussie of in een beschouwing belangrijke feiten een kleurtje (groen?) en een label krijgen als ze door een deskundige en betrouwbare partij zijn gecheckt. Zoals je ook de herkomst van vlees tot het dier toe kunt herleiden.
Wie dat van belang vindt of wiens feiten moeten kloppen kan de verificatie dan uitbesteden tegen vergoeding. Goeie oefening en leuk werk voor mateloos nieuwsgierige zorgvuldigen die er zo ook wat aan kunnen verdienen. En misschien dat er dan ook cursussen kunnen komen en waarheidsvinding al op de basisschool gedoceerd kan worden.
Uitbannen kunnen we het fenomeen dat de afgelopen decennia in toenmende mate tot “ja, dat is jouw mening” heeft geleid natuurlijk niet -zie de mooie voordracht van Michael Shermer op TED hierover-, goedgelovigheid zit te diep in ons. Maar het is wel hoogste tijd voor wat bestrijdingsmiddelen.
@Edu: aan wat voor discussies of beschouwingen denk je dan? Ik neem aan dat je het niet om journalistiek werk hebt, want dat moet uiteraard worden gecheckt door de journalist zelf en niet worden uitbesteed.
Overigens zijn Nederlanders die hun fact-checkvaardigheden willen aanscherpen ook welkom bij Meet the Facts.
Helene, mij lijkt dat de recente lijsttrekkersdebatten in Nederland maar ook de discussies in diverse praatprogramma’s hierbij gebaat geweest zouden zijn. In kleine kring pleit ik al jaren voor een onafhankelijk onderzoeksinstituutje -mogelijk onderdeel van de publieke omroep of mediafaculteiten- waar historische dossiers over maatschappelijk belangrijke issues worden bijgehouden en op aanvraag overzichten en grafisch inzichtelijke samenvattingen worden geleverd.
Er komen steeds meer technieken ter beschikking die het mogelijk maken om bij een discussie over bezuingigingen bijvoorbeeld op een groot scherm de stand van zaken en de consequenties van keuzes en beslissingen te laten zien. Het publiek krijgt nu enkel snapshots te zien terwijl de journalistiek bij uitstek haar meerwaarde ontleent aan historisch besef en expertise die haar in staat stelt om processen zichtbaar te maken.
En niet alleen de kijkers/lezers maar ook beleidsmakers zouden zeer gebaat zijn bij zo’n kwaliteitsslag, lijkt me.
Erg interessant idee, Edu. Ik denk dat het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de redactie is om lijsttrekkersdebatten e.d. te fact checken (en de uitkomst achteraf te publiceren). Maar als dat niet gebeurt, is een onafhankelijk onderzoeksinstituut wellicht inderdaad de oplossing. Moet niet moeilijk zijn om ervaren journalisten te vinden die daarvoor willen werken en misschien is er zelfs subsidie beschikbaar als dat instituut nergens is onder te brengen. Aan de slag! Als je informatie vanuit Amerika nodig hebt, laat maar weten.
Jullie worden al op je wenken bediend, lees maar: http://www.denieuwereporter.nl/2010/06/twee-maanden-beweringen-van-politici-toetsen/
KRANTEN IPV TV
Kranten hebben al meer consistentie dan TV. Zwart op wit, dat helpt nog altijd om bij een feit te komen. Zie de achtergronden / dossiers die bijv. NRC en Trouw beschikbaar maken, vaak zelfs compleet met infographics.
In het geval van NRC soms als aparte productie: bijv. http://www.nrc.nl/achtergrond/article2146829.ece
In het geval van Trouw en FD als verzameling van artikelen: bijv.
http://www.trouw.nl/achtergrond/Dossiers/article1222721.ece/Farmaceutische_industrie.html of
http://www.fd.nl/nieuws/dossiers/nederland/10683441/
MIDDELBARE SCHOOL
Ik vind dat feitencontrole op middelbare scholen centraal moet komen te staan in uiteenlopende vakken. Ook op de “lagere niveaus”. Pak een citaat van een Balkenende, Rutte of Cohen en laat de leerling in het krantenarchief de plaats aanwijzen waar hij bevestiging of ontkenning van die bewering vindt. Dit opent ogen bij leerlingen.
Anders zal er in de samenleving weinig belangstelling zijn voor feitelijkheid en het onderscheid met “meningen”. Onze tijd is een mooie tijd voor scepsis.