Eind augustus meldde De Nieuwe Reporter dat de Britse regionale kranten de afgelopen twintig jaar verzeild zijn geraakt in een ongekende vrije val. Een oplageverlies van vijftig procent was geen uitzondering. Dat riep de vraag op hoe de ontwikkelingen bij de Nederlandse regionale kranten de afgelopen twintig jaar zijn geweest. Was de oplage-ontwikkeling hier net zo dramatisch? Krantenkenner Piet Bakker dook de cijfers in en kwam na veel gereken weer boven met een ontluisterend beeld voor de regionale pers. Vandaag deel 1: De regionale kranten hebben gezamenlijk in 20 jaar eenderde van hun oplage verloren.
Of het nu door de tabloid (Volkskrant), kabouter Plop (AD), WK-abo’s (Telegraaf) of een nieuwe baas (nrc.next) komt, één ding is zeker, voor het eerst sinds jaren noteerden de Nederlandse landelijke kranten weer een plus toen de betaalde oplage in het tweede kwartaal van 2010 vergeleken werd met hetzelfde kwartaal in 2009. Een bescheiden plusje, maar toch een lichtpuntje aan het einde van een duistere tunnel waarin men jaren vertoefde.
Voor de regionale broeders is de bodem van de gifbeker echter nog niet in zicht, daar daalde de gezamenlijk oplage, evenals het kwartaal daarvoor en daarvoor en daarvoor. In feite daalt de regionale oplage al 15 jaar, daarvoor was het stabiel; wie naar een stijgende regionale oplage zoekt, moet terug naar de jaren tachtig.
Eerder werd in het Verenigd Koningrijk de noodklok geluid over de teloorgang van de lokale pers. Kranten die hun oplage met meer dan de helft zagen teruglopen in de afgelopen 20 jaar waren geen uitzondering, de ‘koploper’ was zelfs bijna 90% kwijtgeraakt. De vraag is of in Nederland de situatie even ernstig is. Eerder noemde ik de ontwikkeling op De Nieuwe Reporter een ‘bloedbad’, maar daarbij werd vooral naar de grote steden (AD-gebied) gekeken en naar de ontwikkeling vanaf 2000. Hier kijken we naar de totale oplage, alle titels en een langere periode.
Lastige klus
De regionale oplage in kaart brengen is niet eenvoudig. In de laatste 20 jaar is met enige regelmaat de meetmethode veranderd. Ook ‘verdween’ in 2006 een deel van de regionale oplage toen Amersfoortse Courant, Rijn en Gouwe, De Dordtenaar, Goudsche Courant, Haagsche Courant, Rotterdams Dagblad en Utrechts Nieuwsblad fuseerden met het AD. Wie doet alsof die regionale titels echt zijn verdwenen, ziet de regionale oplage tussen 1990 en 2009 met 42% dalen.
Maar in feite is een belangrijk deel van de oplage van het AD nog steeds regionaal. In de onderstaande grafiek is 45% van de oplage van het AD als landelijk beschouwd (in de laatste vier jaar), de rest is bij de regionale oplage geteld. De verhouding 45/55 komt uit 2005, toen AD en de regionale titels nog apart verschenen. Bij deze berekening van de regionale oplage verliezen regionale kranten precies eenderde van hun oplage. Landelijke titels verloren 13%.
Dat verlies speelt zich voor een belangrijk deel af in de laatste 12 jaar. In 1998 duikelt de oplage. De toen geïntroduceerde nieuwe meetmethode hakt er in bij regionale titels, die waren gewend veel marketing, proefabonnementen en acties in de weken voorafgaand aan de meting in de derde week van september in te zetten en mensen die hun krant opzegden nog een maandje in de boeken te houden. Adverteerders betaalden tot hun ongenoegen wel het hele jaar voor deze lezers. De nieuwe methode ging uit van een gemiddelde jaaroplage wat voor veel titels een daling van meer dan 5% van de oplage betekende.
Daarnaast slokte De Telegraaf het Amsterdamse Nieuws van de Dag op waardoor ruim 50.000 abonnees van regionaal naar landelijk verhuisden. De Telegraaf introduceerde wel een Amsterdamse pagina (en later ook een Rotterdamse en een Haagse). In de jaren 1998-2009 daalde de regionale oplage gemiddeld met 3% per jaar – uitschieter was 2006 met 5% (een AD-effect). In 2008/2009 was de daling 4%.
Dalende dekkingsgraad
Het dekkingspercentage – het aantal verkochte kranten per 100 huishoudens – liep in de afgelopen 20 jaar terug van 79 naar 48; regionaal daalde de dekking van 47 naar 25. In 2000 waren er twee provincies (Friesland en Limburg) met een regionale dekking van meer dan 50, in 2004 haalt geen enkele provincie die grens. In 2009 wordt de grens van 40 voor geen enkele provincie bereikt. De AD-fusie speelt een rol bij de dekkingspercentages in Utrecht en Zuid-Holland. Wanneer de totale oplage van het AD daar meegerekend zou worden, is de dekking in Utrecht 18 in 2009 (22 in 2004), in Zuid-Holland blijft het stabiel op 20. Maar omdat niet de hele oplage van het AD regionaal is, komt de feitelijke dekking lager uit. In Flevoland worden nauwelijks regionale kranten verspreid.
Het lezen van kranten heeft echter minder geleden onder de oplagedaling dan je zou verwachten. Nederlanders lezen namelijk vaak samen de krant. In 2009 werden er wel 48 kranten verspreid per 100 huishoudens maar er kwam een krant in 59 brievenbussen, zo’n 20% gaat na lezing naar iemand anders.
Voor de meeste regionale titels ligt dat percentage fors hoger; van Noordhollands Dagblad, PZC, Barneveldse Krant, De Gelderlander en de Leeuwarder Courant gaat 30% of meer naar de buren; van de overige titels scoren alleen Leidsch Dagblad (22%) en Het Parool (6%) op of onder het gemiddelde. Goed voor het bereik maar slecht voor de inkomsten. Een goed bereik heeft weliswaar een positief effect op reclame-inkomsten maar die worden steeds minder belangrijk. In 1999 waren advertenties goed voor 59% van de omzet, in 2009 ging het om 37%.
Lezers hebben geen keuze meer
Er worden niet alleen minder kranten verspreid, lezers kunnen ook nauwelijks meer kiezen. Zo’n 30 jaar geleden – toen vakblad De Journalist daar onderzoek naar liet doen – woonde tweederde van de Nederlanders in een plaats waar je kon kiezen uit verschillende regionale kranten, in de jaren negentig daalde dat tot onder de 50% terwijl het de laatste jaren rond de 15% ligt. Dat percentage is nogal geflatteerd omdat hier ook grote delen van Limburg en Zeeuws Vlaanderen toe worden gerekend, plekken waar je wel kan kiezen uit verschillende titels maar waar je dan toch hetzelfde nieuws te lezen krijgt. In Zeeuws Vlaanderen waar Wegener zowel BN/De Stem als de PZC uitbrengt, kwam dat het concern zelfs op een boete van 20 miljoen van de NMa te staan. De enige plek waar echt geconcurreerd wordt is Friesland waar in elke gemeente zowel de Leeuwarder Courant als het Friesch Dagblad wordt verspreid.
Maar hoe zit het met de verschillende titels? Doen die het in Randstad minder dan daarbuiten? Profiteert de Leeuwarder Courant van de concurrentie? En zijn er Nederland ook kranten die meer dan de helft van de oplage zijn kwijtgeraakt in de afgelopen 20 jaar? Die laatste vraag kan helaas bevestigend worden beantwoord, maar die cijfertjes bewaren we voor deel 2 van deze serie.
Een doorwrochte bijdrage van Piet Bakker. Toch durf ik te stellen dat de cijfers zoals die door Piet Bakker worden gepresenteerd nogal afwijken van de realiteit.
Volgens Piet Bakker is het dekkingspercentage van regionale kranten de afgelopen 20 jaar teruggelopen van 47 naar 25 procent.
Nou, 25% is wel erg rooskleurig. Het gemiddelde ligt rond de 10% en vaak is het zelfs geen 5%; een willekeurige krantenbezorger kan dit melden – toch de beste onverdachte bron.
Het bereik van de regionale dagbladen is wel groot, doordat de krant massaal wordt doorgegeven (meer dan Piet Bakker veronderstelt) en doordat in kantoren en instellingen veel (al dan niet gratis) exemplaren worden bezorgd; elk exemplaar wordt door velen gelezen of doorgebladerd.
@Sent Wierda: Interessante observaties. Op welke bronnen baseer jij je, bijvoorbeeld wat betreft de percentages die je noemt en de mate van doorgifte?
Piet, zorg je in deel 2 voor een visie vanuit de positieve invalshoek? Ik bedoel bijvoorbeeld een doorgeefpercentage van 33% en het bereik van de online lezers van de krant? Want ondanks de dalende oplagen, blijven de regionale kranten een belangrijk onderdeel van nieuwsgaring en marketingcommunicatie. Nog steeds lezen dagelijks 6 miljoen Nederlanders de krant en dat verdient zeker een positieve insteek. Als je me nodig hebt voor verdere analyses, weet me te vinden!
Zonder de ernst van de situatie te willen ontkennen, is een kleine aanvulling wellicht op zijn plaats. Op de oplage-site van Cebuco is te lezen dat de dekking van de regionale titels een procent of 31 is. Inclusief doorgifte is dat 40 procent.
Ik zeg een procent of 31 omdat de invloed van AD behoorlijk is, en niet eenduidig uit de tabellen komt. Verder wordt het dekkingspercentage nogal gedrukt door ‘randgebieden’, waar de dekking onder de 10 procent duikt. In een tiental Cebuco gebieden in Nederland is de dekking excl. doorgifte nog altijd 40 procent of meer.
In vergelijking met de landelijke titels is dat nog behoorlijk. Gemiddeld haalt het regionale dagblad in zijn verspreidingsgebied een twee maal zo hoge dekking dan het grootste landelijke dagblad aldaar.
De oplagen van de laatste jaren komen van HOI-online: http://www.hoi-online.nl/ .
Die van de jaren vanaf ± 2000 ook, maar HOI maakt die alleen beschikbaar voor betalende leden van de website (media, reclamebureaus), alleen laatste 5 jaar zijn openbaar. Maar ik heb ze altijd gedownload en bewaard.
Voor die periode gaf het Cebuco de boeken “Dagbladen Oplage Specificatie” uit (in UB Amsterdam), ook enkele jaren als pdf. Tegenwoordig zijn de laatste twee jaren op een speciale oplage pagina te bekijken: http://oplagen-dagbladen.nl/
Daar staat ook de ‘dekking’ en die is inderdaad 25% (wat de krantenbezorger van Sent Wierda ook mag beweren).
Het is ook niet zo ingewikkeld (‘schatten’ noemen ze dat op de basisschool): regionale oplage is 1.8 miljoen, aantal huishoudens in Nederland is 7.1 miljoen – dat komt uit op 25%.
Ook het doorgeven staat daar precies in (ik ‘veronderstel’ dus helemaal niks, gebruik gewoon openbaar beschikbare gegevens). Zie ‘extra’ op die pagina. Gemiddeld wordt 20% doorgegeven in Nederland.
Maar gelukkig heeft Sent nog een krantenbezorger, veel mensen in Nederland weten niet eens meer wat dat is.
@Niels Klopt, de dekking in veel gebieden is nog steeds hoog, en ook qua abonnee-aantal heeft Nederland nog steeds grote regionale kranten, zeker vergeleken met veel ons omringende landen.
Mijn cijfers wijken dus een beetje af van de Cebuco cijfers omdat ik het AD herbereken.
@Maaike De trend is onmiskenbaar, ik vind het moeilijk daar iets positiefs in te zien. Regionale dagbladen bereiken in Nederland inderdaad een imposant aantal lezers, 4.6 miljoen per dag (ex. AD), inclusief AD ruim 5 miljoen.
@Piet Bakker
Ik las je berichtje op twitter en reageer nu vanuit de trein met mijn iPhone. Er is geen speld tuusen te krijgen. Met dien verstande dat het genoemde plusje komt door actie- en weekendabonnementen. Ook knap. De term plus moet dus met die ogen bekeken worden. Dat het bereik door alle soorten papieren en digitale abonnementen hoog blijft is fraai en ook wel logisch.
Het onderstreept dat een crossmediale aanpak en mogelijk ook multimediaal publiceren perspectief kan bieden. Maar dat er binnenkort weer verder stevig bezuinigd gaat worden bij print en dat sommige titels het niet gaan redden ligt ook wel voor de hand.
Niet om in een polemiek te raken, wel om de cijfers juist(er) te krijgen: Doorgifte van de NRp titels (dus zonder parool en de regionale AD edities) is 29%. In de grote steden binnen het verzorgingsgebied wat lager, in Zeeland zelfs boven de 40%! Het hoge doorgiftepercentage zet het verdienmodel qua oplage natuurlijk onder druk, maar zorgt er wel door dat het regionale dagblad gelézen wordt.
Ziet er inderdaad doorwrocht uit, Piet! Hoop dat je in deel 2 uit kunt leggen hoe dit bloedbad heeft kunnen ontstaan. Want dat is mij eerlijk gezegd altijd een raadsel geweest. De ‘content’ die regionale kranten te bieden hebben, is tenslotte (tamelijk) unieke concent. Dus zou je volgens de wetten van de moderne media zeggen dat daar een redelijk stevige vraag naar blijft; dit soort nieuws kun je niet gratis elders halen.
De dekking van 25% voor regionale dagbladen die door Piet Bakker wordt genoemd wordt niet gestaafd door gegevens van HOI; HOI vermeldt alleen 7,1 miljoen huishoudens en 1,8 miljoen oplage. Deze rekensom heeft niets te maken met de dekking m.b.t. het aantal huishoudens. Immers een groot deel van de totale oplage wordt (gedeeltelijk gratis) verspreid in kantoren, winkels en instellingen. Wie wel eens kantoren, winkels en instellingen bezoekt ziet daar vaak een regionale krant liggen in de wachtruimte, bestemd voor de bezoeker; observatie leert dat zo’n exemplaar gemiddeld door 5 tot 10 mensen wordt gelezen.
De dekking voor wat betreft huishoudens komt eerder in de buurt van 10%.
Het bereik van regionale dagbladen schat ik (mede door de doorgifte door huishoudens) op 35-40%.
Alexander Pleijter vraagt hoe ik kom aan een dekking van 10% en de mate van doorgifte. Het antwoord is simpel: de meest betrouwbare bron voor zo’n een percentage is een looplijst. Het percentage van doorgifte ligt in grote delen van het land (met name het noorden en oosten) dichter bij 100% dan bij 33%.
Overigens: ook in het buitenland wordt een soortgelijke discussie gevoerd m.b.t dekking. In Duitsland worden veel exemplaren van (landelijke) dagbladen en tijdschriften verkocht als Bordexemplare; dat zijn exemplaren die niet in een huishouden of een kantoor terechtkomen maar in grote aangtallen in vliegtuigen, treinen en schepen; in een aantal gevallen gaat het om een hoog percentage van de totale oplage.
De meetmethoden en de oplage-specificaties zaaien veel verwarring. Ik kijk bij de kwartaalrapportering van HOI vooral naar de ontwikkeling van het aantal vaste betaalde abonnementen. Deze is nog (veel) dramatischer dan Piet Bakker schetst voor de verspreide oplage. De meeste uitgeverijen verdoezelen de neer gaande spiraal met acties. Sommige uitgeverijen presteren het zelfs de gedrukte oplage te laten stijgen, terwijl de verspreide oplage daalt. Ra ra, waar blijven al die kranten?
@Sent Wierda: over dat doorgeven heb je me niet overtuigd. Wat is een looplijst? Heb je onderzoek gedaan naar die looplijsten? Waarop baseer je die 100% en waar komt die 33% vandaan? (Bij Cebuco is 33% de uitschieter in Zeeland; de rest zit daar beneden.)
Ik blijf die doorgiftepercentages erg hoog vinden. Mijn scepsis wordt ook gevoed door de getallen die de gratis in het OV verspreide dagbladen in hun hoogtijdagen presenteerden over hun bereik. Elk nummer zou 4 tot 5 keer worden doorgegeven, wat per blad zou resulteren in een dagblereik van in de miljoenen. Maar zoveel OV-reizigers zijn er dagelijks lang niet; ik heb eens ergens gelezen dat het er op normale werkdagen rond de miljoen zijn, en dat is dan nog inclusief de busreizigers in delen van het land waar de bladen niet werden/worden verspreid. Al sinds enige tijd halen de schoonmaakploegen van NS ze ook uit de treinen (daarvoor lieten ze ze liggen), maar zijn die bereikscijfers daar ooit op aangepast?
Tijd voor een onafhankelijk onderzoek door een slimme journalistiekstudent?
@Sent Je zit er helaas helemaal naast, de dekking IS het aantal exemplaren per 100 huishoudens. Bij regionaal is de gratis oplage marginaal dus die wachtkamernummers en gratis exemplaren beïnvloeden de dekking nauwelijks. Dekking heeft ook niks met ‘lezen’ te maken, dat is bereik en heel wat anders. Dus het is gewoon 7.1 gedeeld door 1.8.
Volgens jou “vermeldt HOI alleen 7,1 miljoen huishoudens en 1,8 miljoen oplage”. Onjuist, die cijfers zijn niet op de HOI-site te vinden. Die 7.1 miljoen komt bij Cebuco vandaan (die het weer van het CBS heeft) en die 1.8 heb ik zelf uitgerekend (door een deel van AD bij regionaal te tellen).
Jouw ‘schatting’ is gewoon op niks gebaseerd. Op de Cebuco oplagen site kan je prima zien dat de dekking in heel veel gebieden tussen de 30 en de 40 ligt (en in Randstad veelal lager), dat gemiddelde van 25 is dus zeer aannemelijk.
Een doorgifte van 100%? Waar komt dat cijfer vandaan? Ook jouw ‘schatting’?
De Duitse ‘Bordexemplaren’ zijn heel wat anders, die zitten vooral bij de landelijke titels aldaar (Die Welt bv.), maar regionalen doen daar nauwelijks aan mee, voor hen is dat geen business model. De enige Nederlandse regionale krant die veel gratis weggeeft is Het Parool. Maar in mijn bijdrage gaat het nadrukkelijk over de ‘betaalde’ oplage, in de analyses zit die gratis oplage niet.
@Jan Leune Mijn analyse gaat niet over de verspreide maar over de betaalde oplage, je hebt het stuk kennelijk niet goed gelezen. Verdoezeld wordt die oplage overigens niet, die staat gewoon in de HOI overzichten.
@Frank Huysmans. Een looplijst is het actuele overzicht van adressen waar de krant moet worden bezorgd. Elke bezorger beschikt over een looplijst. Zo’n looplijst is de enige juiste indicatie van de dekking: het percentage van de adressen waar wordt bezorgd. De bezorgadressen omvatten enerzijds huishoudens en anderzijds zakelijke adressen zoals kantoren, winkels en instanties. Bij het begrip ‘dekking’ is het van belang te weten om hoeveel huishoudens het gaat en om hoeveel zakelijke adressen.
@Piet Bakker. Inderdaad: het betreft niet HOI maar Cebuco. Cebuco vermeldt over 2009 een ander cijfer dan de door jou vermelde 1,9 miljoen regionale dagbladen (= betaalde oplage). Cebuco komt uit op 1.587.455 en dat aantal is niet de betaalde oplage maar de verspreide oplage. De betaalde oplage is dus nog lager.
De NOM Print Monitorcijfers m.b.t. doorgeven komen me onwaarschijnlijk laag voor. Wie in noord- of oost-Nederland woont (of heeft gewoond), weet dat doorgeven van kranten daar traditie is. Meestal aan buren of kennissen (= 100%), maar ook wel aan de wederzijdse buren (= 200%).
Dat elk exemplaar van het FD door exact een persoon wordt gelezen (zoals Cebuco meldt) is aantoonbaar onjuist. Cebuco geeft zelf als verklaring voor deze onzin dat het bij het FD niet zinvol is het doorgeefpercentage te berekenen. Ik stel: het doorgeven van het FD is bovengemiddeld.
Een tip voor een ieder die aan deze discussie deelneemt: probeer eens een looplijst in te zien. Dat werkt ontnuchterend en het vergemakkelijkt de discussie.
@Frank Doorgifte en leesgedrag (bereik) worden beide ontleend aan NOM Print Monitor onderzoek, maar het zijn verschillende vragen, bij de eerste wordt expliciet gevraagd of er wordt doorgegeven, bij het tweede of een krant wordt gelezen.
Curieus voorbeeld is nrc.next dat een (laag) doorgiftepercentage van 13 heeft maar wel meer dan 4 lezers per nummer heeft (allemaal studentenhuizen?).
Het aantal lezers van Metro (3.5 per nummer) en Spits (4) is inderdaad hoog; maar niet beel hoger dan dat van de Telegraaf bijvoorbeeld. Voor alle titels wordt exact dezelfde vraagstelling gebruikt, dus daar kan het niet aan liggen. het zou wel met herinnering te maken kunnen hebben, maar waarom zou dat voor betaalde en gratis kranten andere effecten hebben?
De NS vervoert 1.1 miljoen mensen per dag, maar de NS is niet de enige spoorvervoerder en daarnaast liggen de kranten in bussen, metro’s, trams, bakkerijen, scholen, universiteiten etc. Ruim 1.8 miljoen lezers voor Metro en bijna 1.7 miljoen voor Spits is inderdaad veel maar niet onmogelijk. Veel van die lezers overlappen overigens.
@Sent In het artikel gaat het niet over de verspreide oplage maar over de betaalde regionale oplage plus 55% van AD (1.8 miljoen).
Iedereen mag lekker looplijsten tellen, ik hou me aan echte cijfers.
Ik schrijf niet over de doorgifte van FD, dat is geen regionale krant.
Zo langzamerhand wordt het de DNR-lezer wellicht duidelijk dat veel van wordt gesteld, is gebaseerd op hypotheses die discutabel zijn. Er is nu eenmaal geen duidelijke scheidslijn tussen landelijke en regionale dagbladen. Voorbeeld: voor een Amsterdammer is De Telegraaf zowel een regionale als een landelijke krant. Kranten als Het Parool en Friesch Dagblad vervullen zowel een regionale als een landelijke functie.
Het voorbeeld dat ik gaf over het FD is illustratief voor de zinloosheid van het gebruik van zogenoemde ‘officiele’ cijfers.
Als looplijsten worden gebagatelliseerd, dan ontbreekt de basis voor elke discussie over het dekkingspercentage van dagbladen. Welke discussiedeelnemer is in staat (in navolging van mij) betrouwbare cijfers over de dekking te berde brengen ?
De door Piet Bakker genoemde cijfers over het bereik van nrc.next, Metro en Spits tonen aan dat het bereik van dagbladen veel groter is dan vaak wordt verondersteld.
@Piet Dank voor de precizering. Terecht wijs je op de dubbeling bij Metro en Spits maar die dubbeling kan er bij de doorgifte natuurlijk ook zijn. Ik geef jou mijn NRC en ik krijg jouw AD Haagsche Courant. Wordt daarvoor gecorrigeerd, of zijn er cijfers dat het over verwaarloosbare dubbeltelling gaat?
Verder: dat de cijfers aan de hoge kant zijn, zou dat aan de vraagstelling kunnen liggen? Hoe luidt die vraagstelling precies?
@Sent Mijn tweede baantje (na vlaaienverkoper op het station) was bezorger van een regionaal dagblad. Om precies te zijn De Gelderlander. Een echt regionaal dagblad, daarover hopelijk geen discussie. Ik vermoedde al dat jouw ‘looplijst’ dat beduimelde papiertje was dat ik elke dag op mijn stapel kranten vond. Het was in de benedenstad van Nijmegen, waar ook veel zakelijke adressen zaten: snackbars, coffeeshops, de Hunkemöller, café’s enzovoort enzoverder. Daar bezorgde ik de krant inderdaad ook. Bedoel je dus te zeggen dat het aantal huishoudens geen goed cijfer is om in de noemer van de breuk te zetten? Beter zou dan (aantal particuliere huishoudens + aantal zakelijke adressen) zijn? Dan is het TNT-afgiftepuntenbestand een betere basis en heb je de looplijsten niet nodig. Dat bestand omvat alle adressen in Nederland waar post wordt bezorgd. Kan met Google zo snel geen actuele cijfers vinden maar in 2007 waren het er ruim 7 miljoen, akelig dicht in de buurt van Piets 7,1 miljoen dus.
Beste Piet,
Ik heb niet de minste behoefte om je analyse in twijfel te trekken: die deugt, zeker in absolute zin. Relatief gezien zijn er echter de nodige kanttekeningen te plaatsen. Als je kijkt naar de ontwikkelingen in het medialandschap de afgelopen twintig jaar, is het misschien wel een knappe prestatie dat de regionale dagbladen nog zo’n sterke positie hebben. In die periode is de samenleving tal van media rijker geworden. De komst van onder meer commerciële tv- en radiostations en internet heeft het medialandschap enorm versnipperd. In dat licht bezien is een dekkingspercentage van 25 procent bepaald niet slecht. Sterker nog, geen enkel ander mediamerk kan daaraan tippen. Als je kijkt naar de rol qua nieuwsvoorziening is de positie van de regionale kranten ijzersterk. Neem De Gelderlander met een dagelijks bereik van een half miljoen krantenlezers en nog eens 70.000 online lezers, in een gebied van 1,3 miljoen inwoners. Geen enkel ander medium doet dat ons na.
Natuurlijk staat ons verdienmodel onder druk en zullen wij onze plek online moeten veroveren en blijvend verdedigen. Niemand heeft echter een betere uitgangspositie om dat te realiseren dan het regionale dagblad. Ik wil maar zeggen: Jouw benadering gaat er vanuit dat het glas half leeg is, in die van mij is het glas half vol.
Hartelijke groet,
Kees Pijnappels
Hoofdredacteur De Gelderlander
@Frank Huysmans. Inderdaad, dat is de looplijst. De basis van de informatie over de dekking. Waarom doet geen enkele onderzoeker iets met deze informatie en blijven de gegevens beperkt tot natte vingerwerk? De juiste informatie is te vinden in de eigen straat, de eigen buurt, de eigen regio. Gaat NOM Print Monitoronderzoek langs de deur?
Kees Pijnappels slaat de spijker op de kop: het glas is half vol.
En het kan nog voller worden als bijvoorbeeld de abonnees wat meer worden verwend door ze zo nu en dan een boek te geven, zoals bijvoorbeeld de Volkskrant en Trouw doen. Of door de berichtgeving beter te laten aansluiten op wat de abonnees wensen; nu komt het voor dat een nabije plaats onder een andere editie ressorteert en tot ‘niemandsland’ wordt gedegradeerd. Of door de losse verkoop van de regionale krant te bevorderen; nu komt het voor dat verkooppunten alleen maar landelijke dagbladen verkopen.
@Frank Bij doorgifte wordt alles geteld – dus mijn Noordhollands Dagblad en jouw Trouw als we die uitwisselen. Het is een nogal curieus Nederlands fenomeen – dekking inclusief doorgifte – geïntroduceerd door de dagbladsector in 1983 toen door een andere manier van meten de dekking plots sterk daalde. Tot dat jaar bepaalde men het aantal huishouden op basis van een schatting die gebaseerd was op de volkstelling (weet iemand nog wat dat is?) van 1970. Daarna ging men over op particuliere PTT-afgiftepunten. De dekking daalde van 104 (1982) naar 87 (1983), de eerste dekking inclusief doorgifte (96 in 1983) maakte weer wat goed. Zo zie je maar hoe methode de uitkomst kan beïnvloeden.
Er is wat voor te zeggen om ook niet-particuliere afgiftepunten erbij te betrekken (gemeentehuis, bedrijven, winkels) aangezien daar ook nogal eens kranten bezorgd worden. Maar dat zal ik maar niet vaak zeggen, dan daalt de dekking nl. weer.
Dekking (zowel ex- als inclusief doorgifte) is vooral voor regionale titels van belang. Normaal gesproken zou oplage en bereik (lezers) genoeg zijn. Maar die lezers zijn scheef verdeeld binnen een verzorgingsgebied. Voor lokale adverteerders moet je dus per plaats weten hoeveel lezers je kan bereiken. Bij oplagen-dagbladen zie je dus tot op gemeenteniveau de dekking. Voor landelijke titels is vooral het aantal lezers (naast de oplage) van belang.
Over de methode. Bij NOM is een document te downloaden waarin dat wordt uitgelegd. Internationaal staat overigens het NOM onderzoek hoog aangeschreven. Men werkt met filtervragen waarbij mensen het logo van een titel krijgen te zien (meestal via computer) en vervolgens gevraagd wordt welke nummers ze hebben gelezen. Bij tijdschriften krijgt men de echte covers te zien, bij dagbladen wordt gevraagd welke dagen men de krant gelezen heeft. Daar zou een vertekening is kunnen zitten (ik zou liever ook van dagbladen de echte voorpagina’s laten zien), maar die is dan wel voor alle titels identiek. Bij betaalde kranten ziet het er aannemelijk uit.
@Kees. Wat mij betreft is het glas inderdaad half vol… maar het wordt wel steeds leger. Ik heb me in de bijdrage ook helemaal niet uitgesproken over zaken als “het einde van dagbladen” of zoiets, ik heb gewoon geteld.
Ik heb al eerder betoogd (vorig jaar in de Volkskrant “We zijn nog altijd dol op dagbladen”, ook bij Cebuco te lezen) dat het eigenlijk heel bijzonder is dat zoveel mensen nog steeds kranten lezen terwijl de concurrentie zo is toegenomen.
In de tweede bijdrage (van 21 okt) probeer ik wel een paar redenen te zoeken voor het verschijnsel dat regionale titels meer verliezen dan landelijke (het geknoei met titels kan een oorzaak zijn, maar ook de demografie van de lezers). In de laatste bijdrage volgende week heb ik het over online. Als we daar nog geld mee gaan verdienen wordt het glas vanzelf weer vol en dat kom ik dan bij jou leegdrinken!
De verspreide of betaalde oplage is niet zo belangrijk, zowel voor de journalisten als voor de adverteerders. Waar het om gaat is het totale bereik: hoeveel procent van de bevolking wordt bereikt. Hierbij speelt ‘doorgeven’ een belangrijke rol: naar mijn schatting zo’n 100%. En die was vroeger nog veel en veel hoger. Lees wat H.W. Lintsen (Geschiedenis van de techniek in Nederland, pag. 193) hierover schrijft. In 1851 waren abonnementen op kranten erg duur: “Dit betekent niet dat kranten voor arbeiders onbereikbaar waren: men kon ze lezen in koffiehuizen, men kon ze huren, men kon een gezamenlijk abonnement nemen en we zagen al dat kranten veel werden voorgelezen.”
Nog even terugkomend op wat ik vermeldde over het FD (nl.: Cebuco vermeldt niets (=kan niets vermelden) over het doorgeven).
Volgens NOM Printmonitor wordt het FD op ruime schaal doorgegeven: de 66.000 verspreide exemplaren worden gelezen door ruim 210.000 mensen. Het is dus een echte ‘doorgeefkrant’.
Een maand geleden heeft het FD besloten de zaterdagkrant alleen nog maar op de huisadressen te bezorgen. Je kunt je afvragen hoeveel tienduizenden ‘zakelijke meelezers’ hierdoor voortaan deze krant zullen moeten missen…
Wat een geneuzel allemaal. Kees: weet je zeker dat geen enkel medium zo’n bereik heeft als jullie hier in de regio? Nou Omroep Gelderland? met zo’n 350.000 kijkers of meer per dag bijvoorbeeld? En dan dat optellen van mensen die de krant doorgeven… het gaat toch om de netto exemplaren per dag? Ik had begrepen dat er in (stad) Arnhem nog maar 8000 mensen geabonneerd zijn. Dan kun je toch beter gaan kopieren? De toegevoegde waarde van de regionale krant zal steeds minder worden. Mensen vinden zelf het nieuws via lokale sites, radio en tv. Kijkend naar de jonge generatie zou ik er mijn handen niet voor in het vuur durven steken met de aanname dat die krant in papieren vorm blijft bestaan. Het is met het oog op het milieu misschien ook wel de hoogste tijd om e.e.a op een andere wijze te gaan produceren. En: de krant is traag. Internet is vele malen sneller. Maar ook dat is OUD NIEUWS. Hoop ook dat de nieuwe regering inziet dat het subsidieren van printmedia niet juist is. Als het niet meer gaat: gewoon stoppen net als iedereen.
In Arhem zijn er 12.268 abonnees, inclusief de9 buurtgemeentes gaat het om 39.077 exemplaren. In het hele gebied Arnhem-Doetinchem-Ede om 66.194 exemplaren. (en daarbuiten zijn het er nog veel meer)
Marian van Meegen haalt er ‘het milieu’ bij. Dat getuigt niet van veel kennis op dit gebied.
Nee inderdaad, een krant wordt milieuvriendelijker geproduceerd als tv. Kom op zeg! Of ga je nu zeggen dat daar allemaal bomen voor worden geplant! En die inkt is zo gezond: die kun je drinken!
Wat de oplage in Arnhem begreft: 12.000 stuks zeg je? (volgens mij nog aan de hoge kant) maar evengoed: 12000 stuks, kun je dan niet beter gaan stencillen? 1 op de 15 mensen in arnhem leest nog de gelderlander? of heb je weer een positief scenario? Ik ken er ook een: stel, er kijken dagelijks 40.000 mensen naar TV Gelderland in Arnhem, dan kun je dat vermenigvuldigen, want de uitzending komt ieder uur voorbij! Net zo iets als jouw calculatie, waarin het doorgeven van de krant ook nog in de cijfers komt. Hoe krom kan het zijn. De krant is history.