“Wie van jullie zit er in een diep dal?” Jaap van Essen, chef van de Nijmeegse stadsredactie van de Gelderlander, schalt het over de redactie. Zijn collega’s kijken zuur grijnzend op.
Vorige week hoorden ze dat eigenaar Mecom 50 miljoen euro wil bezuinigen op de uitgeverijen Wegener en Media Groep Limburg (MGL). De helft daarvan moet uit een reductie van het aantal arbeidsplaatsen komen: 300 tot 350 banen.
En eenderde daarvan komt terecht bij de verschillende redacties. Ruim honderd banen dus. Tel dat op bij twee eerdere grote reorganisaties van de Gelderlander de afgelopen tien jaar en het voornemen van Mecom om tegelijkertijd juist meer energie in nieuwe media te steken, en de vraag van Van Essen is gelegitimeerd.
Somber
Maar hij stelt hem op luchtige toon. Want hoewel hij “wel een beetje somberder is geworden”, echt somber is Van Essen (51) nog niet. “Het is nog lang niet zo erg als in 2008, toen moesten er hier 37 banen verdwijnen. Het was volstrekt onduidelijk of we dat zouden redden met vrijwilligvertrekregelingen. De lifo-lijsten [last in, first out – red.] circuleerden. Dat doet iets met de sfeer.”
Maar het lukte, en daarom gelooft Van Essen niet dat er nu wel collega’s gedwongen uit moeten. Hij wil best vertellen dat hij zijn “afkoopsommetje” al heeft uitgerekend. Maar toch, voegt hij daar onmiddellijk aan toe, de hypotheek moet wel betaald worden. En een baan vinden is voor een vijftiger een stuk lastiger dan voor een twintiger.
Van Essen laat zijn priemend blauwe ogen over de redactie dwalen tot ze blijven rusten op redacteur Francine Wildenborg. “Jij Francine, jij zit vast wel in een diep dal, toch?”
Jonge journalisten
De redacteur tegenover haar bromt dat Wildenborg geen tijd heeft voor een interview. Wildenborg bevestigt dat, maar keert zich vervolgens toch toegeeflijk af van haar beeldscherm. Met haar 29 jaar behoort ze tot de jongste redacteuren. Een groep die, volgens hoofdredacteur Kees Pijnappels, nog te klein is.
De aanwas van jongeren stokt, vertelde hij bij de ontvangst in het redactiegebouw aan de Waal. Hij wil meer evenwicht op de redactie, en daar ziet hij mogelijkheden nu hij moet gaan bezuinigen. “Jongere collega’s zijn goedkoper dan oudere.” En hoe waardevol hij hen ook vindt, er is een oververtegenwoordiging in de “categorie 45-plus”.
Die wetenschap maakt dat Wildenborg zich nog niet al te druk maakt. En bovendien weet ze niet beter dan dat er bezuinigd moet worden. “Ik werk hier nu vier jaar en het gaat sindsdien nergens anders over. Maar het is allemaal nog zo onduidelijk.”
Sfeer op de redactie
Je moet de redacteuren op de man af vragen hoe ze over de aankondiging van Mecom denken, want aan de sfeer op de redactie valt het niet af te lezen. Het is een krantenredactie als alle andere. Veel computers met mensen erachter. Televisies en teletekstpagina’s aan, een rijtje klokken met de internationale tijden aan de muur. Overal lege plastic koffiebekertjes.
“Zo zijn journalisten”, zegt redacteur Rob Jaspers (57). Ze horen dat 10 procent van hun collega’s hun baan zullen verliezen, worden boos en verliezen zich vervolgens weer in een artikel waar ze mee bezig zijn. “Ze hebben geen tijd om boos te blijven.”
Jaspers, al 33 jaar redacteur bij de Gelderlander, ziet het als zijn rol om die boosheid zo nu en dan wakker te schudden. Want ja, het is een mooi vak en ja, het slokt je op. Maar: “Bij iedereen moet het besef er zijn dat de streep die wij allemaal getrokken hebben, de streep blijft. Er zijn geen compromissen mogelijk. Want anders zie ik een risico, en het klinkt waanzinnig, dat wij elke dag om vijf uur zeggen: klaar. Mecom helpt alles naar z’n mallemoer.”
Alles naar de kloten
Van Essen rolt zijn bureaustoel richting die van Jaspers en slaat een arm om hem heen. Hij vraagt: “Ben jij nog optimistisch, Rob? Of zit je te vertellen dat alles naar de kloten gaat?”
Jaspers: „Ik vertrouw die heren niet.”
Van Essen: „Ik ook niet.”
Jaspers: „En het lullige is: we kunnen het niet opschrijven.”
Van Essen: „Dat doet zij nou.”
Jaspers: „Onze hoofdredacteur zou moeten zeggen: we gaan het ontrafelen. Op een rijtje zetten wat Mecom doet. Want ze zien ons verhaal niet. Onze rol in de regio.”
En die rol is volgens de redacteuren nu in het geding. Na de eerdere reorganisaties waarbij veel collega’s vertrokken, en tegelijkertijd de opkomst van de nieuwe media, is de rek eruit. Francine Wildenborg: “Mecom wil dat we meer gaan doen met minder mensen. Dat kan niet, want juist in de regiojournalistiek moet je er echt bij zijn. En iedereen werkt hier al op topkracht.”
Hoger tempo
Geert Willems (48) bevestigt: “Wat ik nu produceer, is niet te vergelijken met tien jaar geleden. De reportage die jij nu maakt, dat zouden wij met twee of drie telefoontjes moeten doen.” Ook Jaspers zegt nog nooit zo hard te hebben gewerkt als nu. “Ik schrijf voor papier, voor internet en straks ook nog voor apps. Het tempo ligt véél hoger.”
En sportredacteur Herman Wissink (51): “Vroeger keek je op zaterdag een wedstrijdje en ging je op zondag op je gemak tikken voor de krant van maandag. Nu zit je al tijdens de voetbalwedstrijd voor internet te schrijven. Je hebt veel minder tijd om je contacten aan te halen rondom de wedstrijd, terwijl die contacten wel nieuws leveren. Dat zie je aan de kwaliteit van de krant. En dat wordt nu dus alleen maar erger.”
Mogelijk vertrek
De meesten hebben al wel nagedacht over een mogelijk vertrek, al dan niet gedwongen. Zitten ze in een risicogroep als de lifo in werking treedt? Wat voor geldbedrag zouden ze meekrijgen als ze vrijwillig vertrokken? Zouden ze nieuw werk kunnen vinden?
Voor Wissink en Willems is een vertrekregeling geen optie. Willems: “Ik wil niet weg. Ik vind mijn werk te leuk. Daarom ga je ook steeds harder werken, uit trots op de krant.” En Wissink: “Hoeveel collega’s zullen dat serieus overwegen? Die regelingen zijn versoberd. De vijftien jaar tot mijn pensioen overbrug ik daar niet mee. En ander werk vind ik ook zomaar niet.”
“Weet je”, besluit Wildenborg voor ze zich terugdraait naar haar computer, “dit nieuws zit echt wel in ons hoofd. Maar we moeten toch gewoon weer de krant van morgen maken.”
Dit artikel verscheen woensdag 28 februari in NRC Next.
Lees ook
Wegener doet het nu al met 50% minder journalisten
‘Digital First’, de nieuwe koers van Wegener/MGL
Wie weet wordt Wegener wel een wc-papierfabriek
Is ‘digital first’ de redding? “We weten het niet”
Digitale strategieën van regionale kranten staan nog in de kinderschoenen
Kunnen regionale dagbladen geld vragen voor hun digitale content?
Het streven van Mecom om het echte nieuws alleen digitaal toegankelijk te maken komt voort uit een kortzichtige en niet op de NEDERLANDSE realiteit gebaseerde verwachting. WIJ zijn Nederlanders en geen – bijvoorbeeld – NOREN en WIJ willen geen proefkonijn zijn van een stel Engelsen dat nu bezig is een mooi bedrijf leeg te halen EN kapot te maken.
De prognoses waar zij nu achteraan lopen hebben zij zelf “gecreëerd” ofte wel die zijn op niets gebaseerd. Winstmaximalisatie is het enige doel.
Men denkt met de gestelde doelen meer geld te kunnen genereren voor de aandeelhouders.
Niets ontziend en zonder een greintje menselijkheid gaan zij “tekeer” binnen de bedrijven waarin zij geld hebben gestoken. Het smerige werk laat Mecom over aan een stel marionetten dat gespeend is van echte bedrijfskennis. De bedrijfskennis die er was is inmiddels bijna geheel ontslagen omdat men medestander was van de “oude” leiding. De paar mensen die nog echte kennis van het bedrijf hebben trekt zelf de conclusie en zoekt elders zijn of haar heil.
Bij dit alles is het zeer “vreemd” dat, bijvoorbeeld, de ondernemingsraden van de drukkerijen zo verdacht stil blijven en dat de Raad van Commissarissen dit allemaal maar klakkeloos laat gebeuren. Let wel dit is maar een beperkt voorbeeld en twee uitersten uit het hele scala van betrokkenen.
Een vreemde en verdachte werkelijkheid waarin een handjevol mensen zich verrijkt en blind meewerkt aan het te gronde richten van het bedrijf waardoor heel veel mensen slachtoffer worden. Mensen die een groot deel van hun leven de schouders hebben gehad onder het bedrijf.
Wat me toch wel een beetje verontrust is de gelatenheid. Het defaitisme dat Jan Blokker al fileerde in ‘Nederlandse journalisten houden niet van journalistiek’: direct gaan liggen als een nieuwe ‘bedreiging’ de kop opsteek. Jan Postma in zijn recensie van Blokkers laatste boek: ‘Dit beeld is volgens Blokker typerend voor de Nederlandse journalistiek. In plaats van strijdbaar te zijn en een kwalitatieve competitie aan te gaan, zijn journalisten geneigd te capituleren wanneer ze geconfronteerd worden met nieuwe ontwikkelingen. In Blokkers visie bieden deze juist mogelijkheden om te komen tot onafhankelijker en volwassener vormen van dagbladjournalistiek.