“Welkom bij de telefoonbeantwoorder van Diederik Zekerder, wetenschapsjournalist én communicatieadviseur. Toets 1 voor een journalistieke productie, toets 2 voor advies over het beïnvloeden van een journalistieke productie.”
“2”
“Toets 1 als u al een nieuwsmedium op het oog heeft, toets 2 als u wilt dat ik uw artikel schrijf en als journalistiek product aan een nieuwsmedium aanbied.”
De naam van de journalist slash adviseur en de tekst op zijn telefoonbeantwoorder heb ik verzonnen, maar de kwestie is levensecht. Kan iemand een geloofwaardige journalist zijn als hij zichzelf ook ‘vermarkt’ als communicatieadviseur? En ben je nog wel onafhankelijk journalist als je ook wel eens een persbericht voor een wetenschappelijke organisatie schrijft? Binnen de Vereniging van Wetenschapsjournalisten in Nederland woedt er al enige tijd een felle discussie over dit onderwerp, een discussie die voorlopig nog niet beslecht is.
Bankrekening onder druk
Tot nu toe zijn leden van de vereniging óf journalist óf voorlichter/communicatieadviseur. De eerste categorie heeft stemrecht, de tweede niet. Maar omdat het journalistieke vak, en daarmee de bankrekening van menig journalist, onder druk staat, zien deze zich steeds vaker genoodzaakt om stukken voor de krant aan te vullen met het schrijven van een jaarverslag, persbericht of verslag van een congres voor publieke of commerciële organisaties.
Is dat erg? Dat is de centrale vraag waarmee de vereniging worstelt. Want als de vereniging de eigen statutaire regels strikt zou handhaven blijft er bijna geen lid met stemrecht meer over.
Hoe stel je je voor?
Het dilemma of je zowel onafhankelijk als afhankelijk werk kunt leveren steekt op twee niveaus zijn kop op. Ten eerste binnen je eigen hoofd. Stel je je op een feestje aan een potentiële, maar onbekende, klant voor als journalist of als adviseur? Het laatste levert waarschijnlijk lucratievere opdrachten op. Maar als het de hoofdredacteur van een journalistiek medium blijkt te zijn, zijn je kansen verkeken.
En stel dat je een congres verslaat voor de interne nieuwsbrief van een farmaceutisch bedrijf, en NRC belt je morgen op om een kritisch stuk te schrijven over een nieuw geneesmiddel dat door deze farmaceut op de markt wordt gebracht. Kun je voor jezelf de knop omzetten? Of zal je onbewust – of misschien zelfs bewust – selectief zijn in de informatie die je in je NRC artikel gebruikt, uit angst de farmaceut voor het hoofd te stoten?
Geloofwaardigheid
Dat brengt me op het tweede niveau, namelijk je geloofwaardigheid naar je klanten toe. Zowel naar de commerciële klant die verwacht dat je zonder enige reserves de tekst schrijft die zij verwachten. Als de klant die verwacht dat je alles in het werk zult stellen (waaronder het inzetten van je journalistieke netwerk) om hun communicatiedoel te vervullen. Als de hoofdredacteur die verwacht dat je niet bang bent om tegen schenen te schoppen om the best obtainable version of the truth te achterhalen, zoals Carl Bernstein het doel van een journalist verwoordt.
In mijn wereldbeeld is het onverstandig, zo niet onmogelijk, om jezelf zowel wetenschapsjournalist als communicatieadviseur te noemen. In het beste geval ziet je klant je als een opportunist, in het slechtste als ongeloofwaardig. Maar de kachel moet branden.
Wat te doen?
Dus wat moet je als arme freelancer doen? Journalistieke media overtuigen dat ze gedegen, onafhankelijke journalistiek beter moeten waarderen? Een gedragscode opstellen die je ervan weerhoudt om als journalist te schrijven over organisaties die je als klant hebt? Moet dat worden gehandhaafd en door wie? Of moeten we journalisten voortaan bij het afstuderen de Eed van Bernstein laten afnemen, waarmee ze – net als de Hippocrates eed voor artsen – beloven zich aan een beroepscode te houden?
Ik ben hoofdredacteur van twee bladen die kritisch berichten over de organisatie die ook mijn salaris betaalt, met als enige vangnet een redactiestatuut waarin mijn journalistieke onafhankelijkheid is vastgelegd. Ik weet heel goed hoe moeilijk het is om journalistiek in de twilight zone te bedrijven. Dus waarom zou je het jezelf moeilijk maken door de wereld van de journalistiek en de communicatie te vermengen? Geef duidelijkheid, meneer Zekerder, en kies! In het belang van uw klanten, en in het belang van het imago van de wetenschapsjournalistiek.
Al weer zo’n ethische discussie waar we niks aan hebben. Om je hoofd boven water te houden, qua financiën, zul je toch echt beide professies zo goed mogelijk proberen te combineren.
Maar misschien ben ik te opportunistisch. Een zzp’ende journalist redt het niet met die abominabele honoreringen.
Oh ja, ik ben ook nog lid van de VWN.
Heel goed, Frank, dat jij je bevoorrechte positie als journalist in loondienst te nutte maakt om ons als freelance collega’s weer eens met deze prangende vraag te confronteren. Zelf zijn wij te druk bezig met geld verdienen (“arme freelancers”, immers) en onze opdrachtgevers naar de mond praten om zo iets als een journalistiek geweten te ontwikkelen.
PS: hoe moeten we eigenlijk die bepaling begrijpen in het door het College van Bestuur vastgestelde redactiestatuut, dat de redactie van Delta “beseft dat haar journalistieke onafhankelijkheid niet los gezien kan worden van het belang van de universiteit als geheel”?
Sterke ermee!
Beste Pierre,
Dank je. Ik hoop te horen dat dit dilemma niet alleen wetenschapsjournalisten plaagt, maar ook journalisten van andere bloedgroepen. En misschien zijn er zelfs al oplossingen bedacht waar wij nog niet aan gedacht hebben?
Die bepaling is degene waarmee het College ruimte voor discussie over de onafhankelijkheid waarborgt. En de reden waarom we een redactieraad hebben met een onafhankelijke voorzitter om die discussie te voeren. Mijn stelling is altijd dat openheid in het belang van de organisatie is. Maar daar denkt het College wel eens anders over.
Groeten, Frank
Niets mis mee om te verlangen dat belangen gescheiden worden. Ik schrijf momenteel ook artikelen voor grotere projecten van non-profit organisaties en voor bijvoorbeeld (gerespecteerde) adviseurs van gemeenten. (zorg en welzijn is hier vooral de sector). Ik hou me volledig buiten farmacie en verzekeraars, dat is me te tegenstrijdig qua belangen. Maar het betekent hoe dan ook dat ik eventuele journalistieke producties over die andere klanten niet maak. In het extreme geval dat er misstanden zouden zijn (fraude, schrijnende gevallen van zorg, wat ik me overigens momenteel niet kan indenken maar men weet nooit) zou ik dat als tip doorgeven aan collega’s die er hun voordeel mee kunnen doen. Verder kan ik niets anders doen dan zo goed mogelijke journalistieke producties schrijven zodat het vertrouwen van redactie en lezers gewoon in stand blijft. Net zoals je van journalisten die in loondienst zijn bij kranten mag verwachten dat ze kritisch zijn, ook al zijn de adverteerders erg rijk. Maar ook dat kun je alleen verwachten op basis van vertrouwen, anders kun je alles wel weggooien tegenwoordig.
Kort voorbeeldje nog: ik interview ook gemeenten voor een zakelijke klant. Maar dat betekent niet, in mijn ogen, dat ik niet met de VNG (brancheorganisatie gemeenten) kan praten. Daar komt namelijk een heel kritisch interview van mijn hand binnenkort over uit. Geen kwestie van holding back dan. Wel ook kennis die je kunt meenemen vanuit scherpe interviews met wethouders en projectleiders.
Dat het enige alternatief voor freelancers de commerciële uitverkoop is vind ik altijd zo’n gelul. In deze discussie lijkt dat het enige wat je als freelance journalist zou kunnen doen. Als de kachel moet branden, ga dan hout hakken. Mijn voornaamste motivatie in de journalistiek is dat ik wil bijdragen aan het zelfstandig na laten denken van het publiek door licht te schijnen op allerlei relevante gebeurtenissen in deze wereld; onzin te bestrijden. Als je vervolgens onzin gaat verkopen (zoals dat advies over manipulatie in media), vervalt de geloofwaardigheid van een journalist volledig. Als het journalistieke werk niet genoeg oplevert, zoek dan alternatieven binnen je passie/missie of ga gewoon achter de bar staan. Ik maak nog liever plee’s schoon dan dat ik letterlijk onzin ga verkopen.
Dus als iemand (praktijkvoorbeeld) een deel van het jaar meer commercieel werk doet omdat zij daarvoor de rest van het jaar naar Afrika kan om slecht verdienende reportages te maken over wat er in ontwikkelingslanden gebeurt vind jij dat ook gelul? Welke Bas is dit overigens waar ik het tegen heb?