Natuurlijk verdienen freelance journalisten een betere positie en betaling. Maar het oplossen van die problemen gaat niet via eerlijk delen. Je kan niet verwachten dat de freelancetarieven omhoog gaan terwijl de rendementen van mediabedrijven dalen.
De NVJ heeft 2013 uitgeroepen tot het jaar van de freelancer. Om te onderstrepen dat het inkomen en de marktpositie van de freelance journalist ernstig zijn uitgehold. NVJ-voorzitter Hella Liefting stelt zelfs dat de freelancemarkt compleet is bedorven. Onder die constatering zit een analyse van de oorzaken, zoals het ontbreken van adviestarieven, een autistische NMa en uitgevers die het freelance-budget als sluitpost beschouwen. Er is zelfs een NVJ Pamflet Freelance verschenen, dat op het festival Eerlijk Deel wordt aangeboden aan een aantal leden van de Tweede Kamer..
Kelderende oplages
Hoewel ik het volstrekt eens ben met de signalering dat er iets moet gebeuren, vrees ik dat we door morele verontwaardiging over onrecht de strijd niet gaan winnen. Het lijkt nu alsof de markt bedorven is door een gebrek aan ‘fatsoen’ en ‘billijke vergoeding’. Dat speelt ook wel mee, maar het is nog minder dan de halve waarheid.
Voor wie het wil zien: het wereldwijd kelderen van oplages bij dag- en weekbladen is nog lang niet ten einde. Die neergang begon overigens al ver voor de crisis. Ook voor Nederlandse kranten zijn de trends en scenario’s helder. Kleinere oplage en minder advertenties leveren een dalende omzet.
Halvering banen
In de VS is de advertentieomzet bij dagbladen ongeveer terug op het niveau van 1950. Er zijn sinds 2000 tientallen miljarden verdwenen. Verdwenen omzet komt deels terug via internet, met een verhouding van 10:1. Voor elke dollar groei online, slinkt omzet in print met tien dollar. Die verhouding verbetert vooralsnog niet. Zelfs als kranten een vatbaar online verdienmodel vinden, zal het leiden tot kleinere redactielokalen, schrijftThe Pew Research Centre.
Pew trekt een eerlijke conclusie uit twee decennia mediatrends. Dalende advertentie-inkomsten, krimpende betaalde oplage, en lagere waarde van online journalistiek monden uit in minder arbeidsplaatsen. Bij Amerikaanse kranten zijn er sinds 1990 ruim 200.000 journalistieke banen verdwenen, een halvering. Bij Amerikaanse tijdschriften verdwenen 73.000 banen. In Engeland kromp tussen 2002 en 2007 het aantal arbeidsplaatsen bij regionale en landelijke kranten met veertien procent, in Britse mainstream media tezamen kwam de banenkrimp sinds 2001 uit op 30 procent. Helaas zijn dergelijke banencijfers voor Nederland moeilijk te achterhalen.
TEDx-toverformules
Natuurlijk komt een gedeelte van die journalistieke banen terug via online journalistiek, maar het is geen evenredige vervanging. Logisch, als online de verdienkracht kleiner is door veel lagere advertentie-tarieven en gratis verkrijgbaarheid van nieuws. Online liggen grote kansen voor de journalistiek, maar toekomstvoorspellingen over online media grenzen geregeld aan magisch denken.
Vergezichten over nieuwe ideeën en creativiteit, andere verdienmodellen, of de waarde van ondernemerschap zijn vooral nuttige inspiratiebronnen voor journalisten in onderlinge concurrentie. Er wordt over de toekomst van de journalistiek te veel in vrijblijvende TEDx-toverformules gesproken, ook door gevestigde journalisten en opleiders die inmiddels echt beter zouden moeten weten.
Dalende tarieven
Toverformules zullen de economische realiteit online en offline niet veranderen. Want er komen alsmaar meer freelance journalisten bij, vanuit opleidingen en de komende jaren ook vanuit ontslagrondes bij mediabedrijven. Die freelancers kunnen niet allemaal in een online niche als onderscheidende merknaam met creatieve crowdfunding een modaal inkomen vergaren.
De belangrijkste freelance betalingsmodus is namelijk nog altijd levering van journalistieke arbeid tegen een afgesproken prijs. Die prijzen zijn al jaren door het ontbreken van inflatiecorrectie achteruit gekacheld. Maar zoals een beroemd hoofdredacteur en bladendokter constateerde: iedereen doet het ervoor. Dat laatste verschijnsel – liever een matig betaalde klus dan helemaal geen klus – is een belangrijke kracht in het laag houden van tarieven. Wat dat betreft is er geen enkel verschil tussen freelance journalisten en zzp’ers in de bouw.
Economische pijn
De voorbije jaren is het verschil tussen beloning van journalistiek werk in vaste dienst en freelance journalitiek sterk gegroeid. Mede dankzij de NVJ, die opkomt voor betere CAO’s. Zo zijn de salarissen in de vaktijdschriftenbranche in 2011 met gemiddeld tien procent gestegen. Dat is een terechte correctie ten opzichte van andere journalistieke CAO’s.
Tegelijkertijd beperkt dat mogelijkheden om freelancebudgetten te verhogen, zeker bij constant dalende rendementen bij uitgeverijen. De NVJ werkt mee aan de ongelijke verdeling van de economische pijn onder journalisten, hoe graag ze dat ook wil bestrijden.
Adviestarieven
Neemt niet weg dat de freelancetarieven omhoog zouden moeten. Er zit misschien nog rek in geldstromen, er is soms zelfs gemakzucht en onfatsoen bij opdrachtgevers. Bewustwording en gezamenlijke actie van freelancers kunnen helpen om tarieven weer in beweging te krijgen. Misschien kunnen advies- of bodemtarieven een rol spelen, al was het maar ter instructie van beginnende freelancers.
Maar er blijft een economisch addertje onder het gras zitten. Stijgende tarieven bij dalende omzetten in medialand betekenen hooguit beter betaalde arbeid voor een kleinere groep, zowel in vaste dienst als freelance. Hoewel het festival Eerlijk Deel letterlijk eerlijk delen lijkt te bedoelen, kan niet iedereen profiteren. Je kunt dezelfde worst niet over meer mensen verdelen door er dikkere plakken van te snijden. Natuurlijk, dat laatste is een beeldspraak en een karikatuur. Maar die is wel gebaseerd op een harde economische realiteit: er zijn te veel journalisten.
Dit artikel verscheen eerder op het weblog van Arno van ’t Hoog.
Ik deel je analyse grotendeels. Zoals je het koffie-overschot niet oplost door een Max Havelaar-keurmerk te introduceren, verbeter je de marktpositie van de freelancer niet met advies- of minimumtarieven.
Toch steun ik de huidige roep om meer aandacht voor de positie en inkomsten van de freelancer. Te lang zijn we als sluitpost gebruikt, juist omdat dat zo gemakkelijk ging. De freelancer accepteerde het wel.
De neiging van fabriekseigenaren was ook om in moeilijke tijden de lonen van hun arbeiders te halveren of hen domweg de laan uit te sturen. Tot die zich begonnen te organiseren.
@Arno: Helemaal met je eens dat morele verontwaardiging hier niet gaat helpen. De freelance-markt is gewoon een markt, klaar. Wat mij als waarnemer (ik woon in 1 huis met een freelancer) wel verbaast, is hoe weinig (regionale) media kwaliteit als criterium hanteren. Door zo sterk op prijs te sturen en zo weinig op inhoud vergroten ze hun eigen relevantie niet, om het voorzichtig uit te drukken.
Net als in de grote wrede wereld geldt ook voor journalisten: de besten blijven over, de anderen helpen hun partner bij de afwas en de opvoeding van eventuele kinderen…
Niets nieuws onder de zon. De strijd voor fatsoenlijke beloning van freelancers is van alle tijden, kan ik u als oude man verzekeren. Eigenlijk ben ik in mijn mijn lange journalistieke loopbaan alleen door NRC Handelsblad fatsoenlijk betaald als freelancer (buitenlands correspondent). Van de Wereldomroep heb ik ooit het voorstel gekregen om als freelancer in plaats van het normale honorarium (want ook in de jaren ’70 van de vorige eeuw waren er al beloningsrichtlijnen voor freelancers), wat minder honorarium en wat meer kostenvergoeding te factureren. Zo kon ik dan toch op het gewenste beloningsniveau komen. Ik heb mij zelf financieel ernstig tekort gedaan door niet op dit voorstel om te frauderen in te gaan. Bij de Vpro-tv, waar ik vele jaren vaste programmamaker voor “Diogenes” was, moesten wij het doen met negenmaandscontracten, jaar in, jaar uit. In dezelfde tijd maakte de Vpro-radio, naar ik aanneem met freelancers, kritische reportages over bedrijven die net zo met hun medewerkers omgingen als de Vpro zelf. Niet alleen was ook toen al het aanbieden van telkens weer tijdelijke contracten in strijd met de wet, maar ook de maandelijkse beloning zelf was minder dan minimaal. Ik heb wel eens een poging gewaagd de toenmalige directeur ervan te overtuigen dat wij wat beter betaald wilden worden. Dan viel er een lange stilte. De directeur keek verveeld naar buiten, wendde vervolgens zijn blik op mij en vroeg: “Ben jij vakbondsactivist geworden, of zo?”
Wordt het niet eens tijd drastisch het mes te zetten in de opleidingen journalistiek? Elk jaar leveren de hbo’s en wo’s honderden – ik dacht zo’n 600 afgestudeerden – af op een al overvolle markt waar een vaste baan een illusie is en de freelancepraktijk hooguit een hongerloontje biedt.
Ooit vroeg NVJ-voorzitter Elzerman aandacht voor dit probleem. Ik zocht zijn uitspraak op en plaats die hieronder.
zaterdag 12 juni 2010
NVJ-voorzitter Huub Elzerman zal binnenkort bij het ministerie van OCW opheldering vragen over de accreditatie van nieuwe opleidingen journalistiek in Nederland. Hij zou graag zien dat het ministerie aanvragen strenger beoordeelt. Het aantal journalistieke opleidingen blijft groeien. ‘Wildgroei moeten we niet willen’, zei Elzerman tijdens de Verenigingsraad op 11 juni. ‘Er is nu al 9,5% werkloosheid onder de beroepsgroep. En dan heb ik het nog niet eens over de verborgen werkloosheid van veel freelancers. De nood is erg hoog.’
@Jop: ik ben ook voor veel meer zichtbaarheid en bewustwording. Wat dat betreft is het jammer dat er geen langer lopende statistieken zijn over tarieven en omzetten, bijvoorbeeld bijgehouden door de NVJ. Of inzicht in groei / krimp van budgetten t.o.v. uitgaven aan vast personeel. Nu is de aanklacht abstract en kwalitatief (erg, schande, fatsoen, enz).
Of het iets gaat opleveren is een tweede. Je ziet nu al pas-afgestudeerden en meer ervaren mensen zich als stagiair verhuren, soms maanden voor weinig of geen vergoeding. De hand blijft zo op de knip, en het draagt niet bij aan de waardering van freelancewerk.
Waarschijnlijk zal een deel van de freelancers zelfbewuster gaan onderhandelen, een deel van de opdrachtgevers zal dat honoreren. Kan ook betekenen: minder opdrachten per jaar, maar wel beter betaald.
@Steven: daar benoem je een belangrijke blinde vlek. Journalistieke organisaties klagen graag sociale misstanden aan, maar er wordt zelden zelf in de spiegel gekeken.
Tegelijkertijd wel binnenshuis de sociale vuist maken met de vakbond over onrecht bij aankomende reorganisaties in het Mediapark.
Maar met de argumentatie van vrije markt en vrije keuze kan elk bezwaar over onrecht en meten met twee maten van tafel worden geveegd. Als het uitkomt is een freelancer een leverancier als ieder ander.
@fred: journalist is geen beschermd beroep zoals een arts; waar de ene opleiding stopt, start een nieuwe private deeltijdopleiding. Sterker: veel freelancers vullen het gat in de begroting met schrijf- en fotografiecursussen en workshops aan onderzoekers, ambtenaren en particulieren. Er wordt geld verdiend met het opleiding van nieuwe concurrenten.
De vraag is in hoeverre die democratisering van journalistieke vaardigheden erg is. Meer mensen krijgen een stem, kunnen meedoen in mediaproductie. Drukt de prijzen, dat wel.